Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Coöperatieve centrale raiffeisen-boerenleenbank ga (centrale rabobank)

betekenis & definitie

Gemeten naar eigen vermogen de grootste Ned. bankinstelling, centrale bank van de Rabobankorganisatie, ontstaan in 1972 bij een fusie, met hoofdkantoren in Utrecht en Eindhoven. Tussen de vele rechtspersonen die tot de Rabobankorganisatie behoren, bestaat een verhouding van aansprakelijkheidsstelling zoals bedoeld in de Wet Toezicht Kredietwezen (SI): de nakoming van ieders verplichtingen wordt in geval van een tekort aan middelen gegarandeerd door de overige toegetreden rechtspersonen.

Eind 1983 bedroeg het aantal aangesloten banken 955, het aantal vestigingen 3040, en het aantal personeelsleden 28536. Eigen vermogen ultimo 1983: f 5791 mln. Resultaat vóór belastingen en voorzieningen 1983: f 1495 mln., toevoeging aan voorzieningen (VAR), f 675 mln., netto winst: f 566 mln.LITT. Man en paard, ontwikkelingen in de Rabobankorganisatie (1983).