Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Afghanistan

betekenis & definitie

(sinds 1978: Da Afghanistan Dimoekratik Djoemhoeriyat), republiek in Voor-Azië, ca. 650000 km2, 16,4 mln. inw. Hoofdstad: Kaboel.

ECONOMIE

De belangrijkste delfstof is aardgas (2000 mln. m3 per jaar). Dit gas wordt uitgevoerd naar de USSR. In het noorden van het land produceren twee kleine olievelden net voldoende aardolie om de lokale vraag te kunnen dekken. Overigens wordt 60 % van de elektriciteitsproduktie met behulp van waterkracht opgewekt. De belangrijkste handelspartner van Afghanistan is de USSR; dit land heeft er ook voor gezorgd dat sinds 1979 een zeer intensieve collectiviseringscampagne op gang is gekomen. Niemand mag meer dan 6 ha grond bezitten. Er zouden al meer dan 1200 collectieve boerderijen zijn gevormd.

Tussen 1980—82 bezocht president Karmal verscheidene landen in Oost-Europa. Hij sloot een handelsakkoord met de USSR (1982) en samenwerkingsverdragen met Tsjechoslowakije (1981), de DDR (1982) en Hongarije (1982).

POLITIEK

Mede onder druk van het buitenland probeerden verscheidene guerrillagroeperingen tot onderlinge samenwerking te komen. Zowel in 1980 als in 1981 werden pogingen gedaan om het verzet te bundelen in een in de Pakistaanse stad Peshawar in mei 1980 opgerichte Grote Raad van vertegenwoordigers van de verschillende stammen. Zowel persoonlijke veten als ideologische tegenstellingen deden deze pogingen schipbreuk lijden; er waren etnische en regionale verschillen, maar er was ook de belangrijke tegenstelling tussen islamitisch fundamentalistische en meer seculiere bewegingen die een nauwe samenwerking in de weg stond. Ondanks zijn structurele verdeeldheid wist het Afghaanse verzet, dat van wapens voorzien werd vanuit Iran en Pakistan, zich krachtig te weer te stellen tegen de Russische invasiestrijdmacht (ca. 90000 man) en de Russen zware verliezen toe te brengen. Eind 1981 al beheersten de guerrillastrijders grote delen van het platteland, verbraken zij voortdurend de verbindingen en bedreigden zij de Russen en de met hen verbonden Afghaanse autoriteiten in de steden Kaboel en Kandahar.

In de loop van 1981 zag het ernaar uit dat de Russen er niet in zouden slagen het verzet te onderdrukken. Vergelijkingen met de vroegere Amerikaanse positie in Vietnam werden toen al gemaakt. De Russen versterkten hun troepenmacht tot 120000 manschappen in 1982. Bovendien legden zij militaire bases en vliegvelden aan. Door hun tegenstanders werden de Russen beschuldigd van het gebruik van chemische wapens. Onder deze omstandigheden kon de regering van Karmal weinig gezag uitoefenen.

Zij werd tevens verlamd door de oude tegenstellingen tussen de twee rivaliserende groepen Partsjam (Vlag) en Chalk (Volk) binnen de regerende Democratische Volkspartij. De stichting van een Nationaal Vaderlands Front medio 1981 bracht geen oplossing. In mrt. 1982 probeerde een conferentie van de regeringspartij in Kaboel een verzoening tussen de beide rivaliserende vleugels tot stand te brengen, maar deze poging had slechts een beperkt succes. In het Afghaanse leger, dat door persoonlijke bindingen met de politieke facties toch al een dubieus instrument was wat zijn loyaliteit jegens de regering betreft, vond massaal desertie plaats. In aug. 1984 liep een complete eenheid van het Afghaanse leger bestaande uit 80 man over naar het verzet.

Het aantal Afghaanse vluchtelingen in Iran en Pakistan bedroeg in 1982 ca. 3 mln. Een groot percentage van hen bestond uit seizoentrekkers die niet terugkeerden. De regering-Karmal beschuldigde Pakistan ervan hen te verhinderen terug te keren. Bovendien verweet zij Pakistan zich in de Afghaanse interne verhoudingen te mengen door steun te verlenen aan de verzetsbewegingen. De regering, die internationaal gezien een geïsoleerde positie innam, probeerde evenwel tot een betere verstandhouding met de buurlanden te komen; dit bleek tevergeefs. Zowel op de islamitische topconferentie in Taif (Saoedi-Arabië) in jan. 1981, als door de Algemene Vergadering van de VN in nov. van dat jaar werd op terugtrekking van de Russische troepen aangedrongen.

De USSR verklaarde zich daartoe bereid, mits Iran en Pakistan hun ‘gewapende inmenging’ zouden staken. In nov. stelde Iran voor, de Russische bezettingsmacht te doen vervangen door een islamitisch vredesleger, maar voor Afghanistan en de USSR was dit onaanvaardbaar.

In de loop van 1982 kwamen op initiatief van de VN in Genève besprekingen op gang tussen Afghanistan en Pakistan. Aanvankelijk zou ook Iran deelnemen, maar dit land trok zich op het laatste moment terug. De eerste besprekingsronde eindigde in juni ‘tot tevredenheid van de gesprekspartners’. Een maand later vonden in Moskou eveneens besprekingen plaats tussen de VS en de USSR over het Afghaanse probleem. Voorlopig werd dat probleem echter niet opgelost, en de binnenlandse strijd ging door.

Mede vanwege de aanzienlijke desertie uit het Afghaanse leger nam de regering in de loop van 1981 enkele maatregelen waarbij de dienstplichtige leeftijd eerst werd verlaagd tot 20 en vervolgens tot 19 jaar; de dienstplicht zelf werd verlengd van twee tot drie jaar. Daarmee werd geen uitweg uit de impasse bereikt, maar ook het sterk verdeelde verzet slaagde daar niet in, ondanks de vorming van een nieuw samenwerkingsverband dat in mrt. 1982 werd gesloten. Een hernieuwde oproep van de VN in nov. 1983 om Afghanistan zijn eigen regeringsvorm te laten kiezen zonder interventie van buitenaf, had evenmin resultaat. Vanaf 1979 probeerden de Russische troepen en het leger van de Afghaanse regering verscheidene malen zonder succes de strategisch gelegen Pansjirvallei te veroveren op het verzet. De leider van deze hardnekkige verzetshaard was Ahmed Sjah Massoed. Hij sloot in april 1983 met de Russen een bestand dat tot in 1984 voortduurde, hoewel de schermutselingen in het voorjaar van 1984 weer toenamen.

In febr. 1984 voerden guerrillastrijders raketaanvallen uit op de Russische ambassade en het Russische militaire hoofdkwartier in de hoofdstad Kaboel. Een aanslag op de luchthaven van Kaboel (31 aug.) kostte 30 doden. Ook werden herhaaldelijk aanvallen uitgevoerd op Russische konvooien en op benzinedepots om de brandstofvoorziening van de Russische en Afghaanse troepen te ontregelen. Eind mrt. 1984 werd melding gemaakt van een brandstoftekort. Terwijl de militaire aanwezigheid van de USSR in Afghanistan en het verzet daartegen bleven voortduren, stelden de VN nieuwe pogingen in het werk om te komen tot een politieke regeling voor de kwestie-Afghanistan en een terugtrekking van de Russische troepen uit dit land. De persoonlijke afgezant van de secretaris-generaal van de VN, Diego Cordovez, bracht verscheidene malen bezoeken aan Iran, Pakistan en Afghanistan zonder de impasse te kunnen doorbreken. Samen met de secretaris-generaal van de VN, Perez de Cuellar, bracht hij ook van 27-29.3.1983 een bezoek aan Moskou.

De tweede ronde van de informele besprekingen tussen Pakistan en Afghanistan duurde van 11-22.4.1983. Daarop volgde van 16-24 juni in Genève de derde ronde, maar een tastbaar resultaat bleef uit. De belangrijkste geschilpunten bleven het tijdschema voor de terugtrekking van de Russische troepen, de aard en de strekking van de internationale garanties inzake een onafhankelijk Afghanistan en de voorwaarden voor de terugkeer van de Afghaanse vluchtelingen.

LiTT. H.Vogel (red.), Die sowjetische Intervention in Afghanistan. Entstehung und Hintergründe einer weltpolitischen Krise (1980); G.Chaliand, Rapport sur la résistance afghane (1981); J.C.Griffiths, Afghanistan: key to a continent (1981); N.P.Newell en R.S.Newell, The struggle for Afghanistan (1981).