Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Zeep

betekenis & definitie

Zeep - bestaat in hoofdzaak uit de palmitine-, stearine- en oliezure zouten van natrium en kalium. Men kan de zeep bereiden door eenvoudige verzeeping van de vetten direct met natronloog, b.v. uit het tristearine volgens de vergelijking:

CH2— O-OC-C17H35 CH—O—OC—C17H35 + 3NaOH→ CH2—O—OC—C17H35 tristearine.

<-3C17H35COONa + CH2OHCHOHCH2OH natriumstearaat. glycerine.

Men gewint dus tegelijk de zeep en de glycerine. Uit de langs dezen weg verkregen zeeplijm laat zich de zeep „uitzouten” met keukenzout, waarna men een oplossing van in hoofdzaak glycerine met overmaat zout overhoudt. Uit deze wordt dan de waardevolle glycerine gewonnen. De zeep, die zoo verkregen is, draagt den naam „kernzeep”. Niet zelden ook dampt men de geheele zeeplijm in, waardoor de zachte zeep of lijmzeep of smeerzeep ontstaat. Deze bevat dus nog alle glycerine.

In het algemeen leveren natronzeepen een harder product dan kalizeepen. Deze laatste worden zelden uitgezouten (met kaliumchloride). Zij zijn dus de aangewezen zachte zeepen, terwijl de harde zeepsoorten als regel natronzeepen zijn. Ten einde tot een meer rationeele gewinning van de glycerine te komen, komen voortdurend meer moderne verzeepingsmethoden in gebruik, waarbij de vetten eerst worden verzeept, d. w. z. gesplitst in vetzuur en glycerine, waarna dan het eerste op zich zelf met loog of soda of potasch in een zeep wordt overgevoerd. Van deze meer moderne verzeepingsmethoden noemen wij:

a. het Twitchell-proces, waarbij de verzeeping wordt uitgevoerd met een mengsel van sterk zwavelzuur, naphtaline, oliezuur en water.
b. de enzym-v erzeeping, waarbij gebruik gemaakt wordt van de vetsplitsende (lipolytische) eigenschappen van het lipase-ferment uit de ricinus-zaden. Het vet wordt daartoe met water en fijngemalen ricinuszaden en iets azijnzuur bij 25° vermengd.
c.de autoclaafsplitsing met water bij 175° in gesloten drukketels. Als katalysator voegt men iets kalk of magnesia toe, of ook bij lager temperatuur wel verdund zwavelzuur.

In alle deze drie gevallen krijgt men een zuivere vetzuurlaag op een zuivere glycerineloog. Gewoonlijk worden deze bewerkingen in afzonderlijke fabrieken uitgevoerd en betrekken de kleine zeepfabrieken hiervan haar uitgangsmateriaal. Behalve een betere gewinning der glycerine hebben zij het voordeel, dat nu de overvoering in zeep grootendeels kan geschieden met de goedkoopere soda en potasch in plaats van het dure natrium- en kaliumhydroxyde. Tevens vormen de gefabriceerde vetzuren het uitgangsmateriaal voor de kaarsen-industrie. Als grondstoffen komen practisch alle technische oliën en vetten in aanmerking, de eerste event. na voorafgaande harding (vetharding). Bovendien wordt zeer algemeen in de goedkoopere harde zeep ook hars verwerkt, dat met loog een zout vormt, dat in vele eigenschappen met de echte zeep overeenstemt. — De zachte zeep werd vroeger algemeen uit hennepolie bereid, en verkreeg daardoor een groenachtige kleur. Nog steeds wordt daarom gewone gele zachte zeep, uit de meest willekeurige vetten en oliën bereid, opzettelijk groen gekleurd (door een blauwe kleurstof). Gelukkig begint deze redelooze gewoonte te verdwijnen en wordt de gele zachte zeep meer en meer regel. — Toiletzeep wordt verkregen door loogverzeeping en uitzouten uit zuivere vetten als talg en palmvet, of door carbonaatverzeeping der prima vetzuurfabrikaten.

De gevormde kernzeep wordt afgeschept, uitgeperst om vooral overmaat vrije loog te verwijderen (tast de huid aan !), gedroogd en dan in kneedmachines bijna koud gemengd met kleur- en reukstoffen. Uit deze massa worden ten slotte de stukken onder hoogen druk geperst. Toevoeging van alkohol, glycerine of suiker maakt de zeep transparant. Niet zelden wordt de zeep bedriegelijk „gevuld” met enorme hoeveelheden (2—300 %) waterige oplossingen van borax, soda of waterglas. Vooral cocoszeep kan hiervan verwonderlijk groote hoeveelheden opnemen, zonder duidelijk weeker te worden.

Scheerzeep is een prima loogvrije zeep, bereid met een mengsel van natron- en kaliloog, v. 3 :1. Gewoonlijk wordt glycerine (tot 10 °/0) en iets thragantgom toegevoegd om het schuim bestendiger te maken. — Medicinale zeep bevat naast de gewone bestanddeelen nog allerlei desinfectie-middelen (creoline, lysol). Haar werking is zelden noemenswaard sterker bacteriedoodend dan die van normale zeep. — Zeeppoeder komt meer en meer voor de wasscherijen in gebruik. Het bestaat uit zeep (dikwijls niet van al te beste kwaliteit) met watervrije soda en soms waterglas of perzouten als natriumperboraat, die een bleekende werking uitoefenen. Litt.: Deité, Handb. d. Seifenfabrikation (1917).

< >