Weyden - (Rogier van der), geb. 1400 te Doornik, gest. te Brussel 1464, Zuid-Nederlandsch schilder. Omstreeks 1425 tot 1435 stadsschilder van Brussel, welk ambt hij tot aan zijn dood bekleedde. Rogier v. d. W. was een leerling van Robert Campin in Doornik, dien men met den z.g. Meester van Flémalle heeft kunnen, identificeeren. De vroegere onderscheiding met zekeren Rogier van Brugge kan vervallen, aangezien aan deze persoonlijkheid slechts de fictie ten grondslag ligt, dat Brugge, niet Brussel de stad zijner inwoning was.
Zeker is, dat Rogier reeds vóór zijn ambtsaanvaarding te Brussel een schilder van eenigen naam was en dat hij zelfs, vóór hij in het atelier van Robert Campin trad, als decorateur en schilder van beelden, die toen vaak met kleuren overtrokken werden, te Tournay werkzaam was. Rogier is na de beide Van Eycken de meest bekende figuur onder de schilders, die men tot de Zuid-Nederlandsche school pleegt te rekenen. De stijl dezer school na 1450 is voornamelijk van hem afhankelijk. Men mag echter niet vergeten, dat Rogier geenszins als een opvolger van de Van Eycken kan worden beschouwd, noch als een schilder, die hetzelfde doel voor oogen had. Zijn leermeester Campin staat in enkele opzichten nader bij de door Jan van Eyck aangegeven traditie. Rogier’s trant blijft gedurende zijn geheele leven zijn herkomst uit Doornik verraden, waar, naar het schijnt, vele invloeden uit Frankrijk hadden gewerkt. Vooral de kunst van weinig bekende meesters als Henri Bellechose zou men kunnen aanwijzen als met de zijne verwant. Het grootste verschil der beide thans aangeduide richtingen, die van Van Eyck en van Rogier, bestaat hierin, dat Rogier’s kunst sterker het godsdienstige in min of meer dramatischen vorm naar voren brengt en te dien einde meer een kunst is, die teekent en composeert, dan een, die indrukken uit de natuur onmiddellijk tracht te verwerken.
Rogier is geen realist in de beteekenis, die men aan dit woord hecht, wanneer men van Jan van Eyck of van Geertgen tot St. Jans spreekt. Ook zijn kleur is een uit de verbeeldingskracht geborene en zijn stofuitdrukking bepaalt zich vooral in den lateren tijd tot het strikt noodzakelijke. Een ontwikkeling is in het œuvre van Rogier in zooverre te constateeren, dat de werken zijner jeugd, die nog sterker aan de kunst van Robert Campin herinneren, iets meer realistisch getint zijn, wat betreft de onderdeelen. Dit geldt zelfs voor een zijner meest bekende werken : de groote Kruisafdoening in het Escorial bij Madrid. In den lateren tijd wordt de abstractie zelfs in het portret veel sterker.
Hoewel Rogier in 1450 Italië bezocht heeft, is er niet al te veel invloed van Italiaansche kunst op de zijne te bespeuren. Men kan echter niet ontkennen, dat twee werken, die omstreeks dat jaar ontstonden, de Graflegging in Florence (Uffizi) en Maria met vier Heiligen te Frankfort (Städelsches Institut), wat de schikking betreft, duidelijk verraden, dat hij tijdelijk onder den indruk van Italianen uit den kring van Fra Angelico geweest is. Van zijn latere werken kan hier genoemd worden de rijk gevulde compositie van de Drie Koningen in de Pinakoteek te München, de zeer fraaie reeks van heilige figuren ten halven lijve zichtbaar in het Louvre. Voor de opsomming der met zekerheid aan hem toegeschreven werken zie men vooral Fr. Winkler : Der Meister von Flemalle und Rogier van der Weyden, en het korte opstel van Mi Friedlander in het werk: Von Eyck bis Brueghel, Zie verder : Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon.