Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tranen

betekenis & definitie

Tranen - de heldere vloeistof, welke wordt afgescheiden door de traanklieren. Het traanvocht bevat keukenzout, phosphaten en verder hoofdzakelijk water (99 pCt.). Het dient om de voorzijde van den oogappel vochtig te houden en belet derhalve het verdrogen van het oog; verder onderhoudt het de glibberigheid van de binnenvlakte der oogleden en van de bind- en hoornvliezen, spoelt lichte voorwerpen, die in het oog geraakt zijn, weg, of verzwakt er de chemische prikkeling van. In den gezonden en rustigen toestand van het oog worden er niet meer tranen afgezonderd, dan door de tranenkanalen naar het binnenste van den neus kunnen afvloeien, hetgeen door den min of meer lageren stand van den binnen-ooghoek en de beweging der oogleden bevorderd wordt; doch wordt het oog, door een vreemd lichaam, dat er in gekomen is, of door te sterk licht geprikkeld, dan kunnen die kanalen het te overvloedig afgezonderd tranenvocht niet snel genoeg wegvoeren en het oog loopt over; hetzelfde gebeurt wanneer gemoedsaandoeningen op eigenaardige wijs de zenuwen prikkelen (weenen, schreien), ook wanneer de zenuwen van smaak of reuk door scherpe prikkels aangedaan worden.