Schimper (A. F. W.) - geb. 1866 te Straatsburg, als zoon van den bekenden moskenner W. Ph. Schimper en neef van K. F. Schimper, aan wien wij een bekende theorie omtrent de bladstanden te danken hebben. S. was plantenphysioloog en vooral bekend door zijn onderzoekingen omtrent het ontstaan der zetmeelkorrels.
Zijn vele reizen naar tropische landstreken, waaronder ook naar Java, voerden hem meer en meer tot de toepassing van de plantenphysiologie ter verklaring van het optreden van bepaalde plantenformaties (mierenplanten, epiphyten, mangrovegewassen) en zoo werd hij geleid tot het schrijven van zijn grondleggende werk: Pflanzengeographie auf physiologischer Grundlage (1898). Hij stierf nog jong in 1901 als hoogleeraar te Basel.