Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ringen

betekenis & definitie

Ringen - werden van ouds als sieraden aan de armen, beenen, enz., vooral aan de ooren en vingers gedragen. In het Oosten waren de r. algemeen in gebruik en dienden als zegel- en toover-r.; bij de Egyptenaren ook als munten. De Grieken ontleenden het dragen van r. waarschijnlijk aan de Aziaten ; ten tijde van Solon was het algemeen in gebruik. De Romeinen bedienden zich vooral van r. om te zegelen en als onderscheidingsteeken voor de standen.

Sedert Hadrianus mocht ieder vrijgeboren burger, sedert Justinianus ook de vrijgelatene, een gouden r. dragen, en weldra werden de r. enkel voorwerpen van weelde. Reeds in de oudste tijden was bij hen de r. het symbool van geloften en verplichtingen en de kerk handhaafde dit gebruik in den „trouwring”, die door den priester gewijd en aan den vierden vinger der linkerhand gestoken wordt. Ook behoort de r. tot de insigniën der bisschoppen (zie INVESTITUUR). De visschersring is een sedert de 13de eeuw gebruikelijk pausel. zegel. Een met de symboliek van den trouw- en bisschopsring verwante handeling volbracht de doge van Venetië, als hij jaarlijks een r. in de zee wierp.