Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Régnier (mathurin)

betekenis & definitie

Régnier (Mathurin), Fransch satiredichter, werd in 1573 te Chartres geboren en overleed in 1613 te Rouen ; hij was een neef van den dichter Philippe Desportes, secretaris van Hendrik III, die hem beschermde. Op 9-jarigen leeftijd werd hij reeds getonsureerd; hij ging tweemaal naar Rome met den Franschen ambassadeur, den kardinaal de Joyeuse, leefde in Parijs in den kring van vrijgeesten en pretmakers, die zijn oom omringden, of in diens huis te Vanves, maar Desportes, die zeer rijk was, liet hem niets na. Gelukkig kreeg hij een canonicaat te Chartres, dank zij Hendrik IV. Hij was een onafhankelijke geest, die levendig deelnam aan den strijd tegen den dichter-criticus Malherbe, welke de gedichten van Desportes, een volgeling van Ronsard, aan een scherpe, niets sparende kritiek had onderworpen ; zijn zedelijk leven was weinig in overeenstemming met zijn geestelijke waardigheid.

Zijn werk bevat, naast eenige oden en elegische gedichten en epigrammen, 16 satiren, die zijn hoofdwerk vormen (1609, volledig in 1613) ; enkele ervan zijn geïnspireerd op antieke voorbeelden, maar de behandeling ervan is geheel vrij en persoonlijk. Er straalt daaruit een krachtig kunstenaar, die, in een schilderachtige taal, warm gevoelde en schitterende schilderingen maakte, zoowel van litterairen als van zedelijken aard, een realistisch talent, dat hem naast Molière plaatst (de satire No. XIII, Macette ou Vhypoerésie dêcmcertie) of boven Boileau (sat. No. II, Les méchants poètes; X, Le souper ridicule) en hem een speciale, plaats in de letterkundige satire geeft (No. IX, Le critique outrê).

De beste uitgave der werken is die door E. Courbet (Lesmerre, 1869 en 1875); over hem : J. Viancy, M. R. (1896).

< >