Pythagoras, - Grieksch wijsgeer, wiskundige, astronoom ± 580-500 v. C., zou als zoon van den koopman Mnesarchos te Samos zijn geboren. Over zijn leven bestaan veel legenden, maar is weinig zekers bekend. Misschien reisde hij in Egypte; in elk geval werd hij door Eg. wetenschap (wiskunde) beïnvloed. Ook zou hij in de Delfische mysteries zijn ingewijd.
Om aan Polykrates’ tyrannie te ontkomen, week hij ± 530 uit naar Kroton (in Zuid-Italië), waar hij een soort orde stichtte, wier leden zich verbonden tot een ernstige zedelijk-religieuse levenswijze (matigheid, eenvoud, harding van lichaam en geest, gymnastiek, askese, baden, verbod van visch en vleeschspijze, zwijgen, gemeenschappelijke maaltijden, onvoorwaardelijke trouw jegens elkaar, erkenning van het gezag des meesters, vandaar het beroemde „hij heeft het zelf gezegd”, autos epha). lederen avond moesten zij zich de vragen stellen „waarin faalde ik? wat deed ik? welke plicht is door mij niet vervuld?” Theoretisch was vooral de studie van muziek en wiskunde verplicht. De aristokratische gezindheid van den bond had een opstand der demokrat. partij ten gevolge. P. moest naar Metapontum verhuizen, waar hij stierf. Ook in de overige naburige steden werden de Pythagoraeërs vervolgd, waardoor velen omkwamen en anderen naar Griekenland uitweken; zoo o. a. Philolaus, die met Lysis zich in Thebe vestigde. In Plato’s tijd stond overigens weer een P. nl. Archytas aan ’t hoofd van de stad Tarente. Vele onderzoekingen werden uit eerbied voor den stichter op naam van P. gesteld, zoo b. v. het bekende theorema (zie aan ’t slot van dit art.). — P. was een domineerende, imposante persoonlijkheid, die bijna als een god vereerd werd. Hij heeft van zijn veelzijdig en grondig weten niets in geschriften neergelegd, en het is onzeker hoeveel van de zoogenaamde Pythagoreesche leer aan hem zelf moet worden toegeschreven.
Hij zou zich ’t eerst „wijsgeer” (filosofos, in tegenst. van sofos, wijs) genoemd en ook ’t eerst aan de wereld den naam „kosmos” (orde, geordend geheel) gegeven hebben. Op de latere Grieksche filosofie (vooral op Plato) heeft P. een grooten invloed gehad. (Zie verder NEOPYTHAGORAEERS). De wijsgeerige leer der volgelingen van P. (vooral te vinden in de geschriften van Philolaos, waarvan wij nog fragmenten bezitten) is in hoofdzaak de volgende. Het principe der werkelijkheid is niet een stof of een kracht, maar: het getal, waardoor al het onbepaalde bepaald wordt (voorbereiding van de nieuwere quantitatieve natuurverklaring), al het onzekere zekerheid krijgt. „Zonder het getal laat zich niets opvatten en kennen”. Schitterend werd deze stelling bevestigd door hun astronomische en muzikale ontdekkingen (toon-intervallen op gespannen snaren). Niet alleen in de harmonie der natuur, maar ook in de menschelijke dingen (b.v. in politieke en sociale regelingen en wetten) openbaart zich de macht van het getal. De wereld berust op tegenstellingen, waarvan een tafel van tien (b.v. oneven-even, een-veelheid, mannelijk-vrouwelijk, rust-beweging, rechtlijnig-krom, goed-kwaad) werd opgesteld. Zooals zoo vaak, verbindt zich ook bij de P. met de nuchterste scherpzinnigheid een fantastische mystiek.
Uit hun getallenleer werd weldra een onvruchtbare getallensymboliek, 7, en nog meer 10 (als som der grondgetallen 1 + 2 + 3 + 4) golden als heilige getallen, bij welke gezworen werd. 1 is het punt, 2 de lijn, 3 de vlakte, 4 het lichaam, 4 (als gelijk + gelijk) de gerechtigheid, 5 het huwelijk (als verbinding van het eerste mannelijk met het eerste vrouwelijk getal) 6 de ziel, 7 het licht, enz. enz. — Buiten samenhang met hun filosofie staat hun leer der zielsverhuizing (metempsychose), die aan den orphischen Dionysos-kultus is ontleend en hun later door Nietzsche hernieuwde theorie van den terugkeer aller dingen en voorvallen. Men vgl. Chaignet, Pythagore et la Phil. P. 1875. Gomperz, Griech. Denker.
Nog is te vermelden de beteekenis der P.’s voor de astronomie. Zij leerden reeds, dat de aarde en andere hemellichamen lichtende bollen waren. — Deze bewogen zich in cirkelvormige banen om het heilige centraalvuur, den „burcht van Zeus”. Lateren (meer bepaald Philolaos) verkondigden reeds de wenteling der aarde om haar eigen as. Daarbij komen dan allerlei fantasie-voorstellingen, b.v. (ter completeering van het heilige getal 10 naast aarde, maan, zon, de 5 planeten en den hemel der vaste sterren): de „tegenaarde” en de zoogenaamde „sferen-harmonie”, de schoone klank veroorzaakt door de beweging der sterren, welken wij echter niet hooren, omdat wij er aan gewoon zijn en de tegenstelling ontbreekt. — Ons beter bekend zijn de wiskundige studiën van P. en zijn leerlingen; hun onderzoekingen werden uit eerbied voor den stichter op naam van Pythagoras gesteld, zoo b.v. de stelling van Pythagoras, volgens welke de vierkanten, beschreven op de rechthoekszijden a en b van een rechthoekigen driehoek, samen even groot oppervlak hebben als het vierkant op de schuine zijde c. c2 = a2 + b2. Een hunner verdiensten is de ontdekking der onmeetbare getallen.