Pathologie - Ziektekunde, is de leer van de afwijkingen in den bouw en de verrichtingen van de organen van de levende wezens en van de daardoor ontstane stoornissen in hun toestand, hun ontwikkeling of hun welbevinden. Zooals de anatomie en de physiologie den bouw en de verrichtingen van de normale individuen bestudeeren, is het veld van de p. dat van de zieke individuen en bestrijkt zij dus eigenlijk de geheele geneeskunde. Men verdeelt de p. in een algemeene en een bijzondere. De algemeene p. groepeert de bij de verschillende afwijkingen opgetreden verschijnselen naar algemeene gezichtspunten om langs dien weg de wetten te leeren kennen, die het ziek worden beheerschen.
Zoo zijn de verschijnselen van ontsteking, bloeding, tumorvorming, dood, enz. onderwerpen van de algemeene p. De principes, waaraan men in den loop der tijden het ziek worden heeft toegeschreven, zijn verschillende geweest en vinden in bepaalde systemen als de humoraalpathologie, de cellulairp. en de solidairp. hun uitdrukking. — De bijzondere p. is een zeer uitgebreide wetenschap. Wanneer, na den dood, bij door operatie verkregen lichaamsdeelen, of bij gezwellen, de afwijkingen in den bouw bestudeerd worden, spreekt men van pathologische anatomie. Het onderzoek van lichaamsvochten als bloed en urine of van de faeces op abnormale bestanddeelen, is onderwerp van de pathologische scheikunde, terwijl voor de herkenning van parasieten, in bloed, in weefsels, in uitwerpselen, enz. het bacteriëel en microscopisch onderzoek te hulp wordt geroepen. De afwijkingen in de verrichtingen maken deel uit van de pathologische physiologie. Evenals in de normale physiologie wordt hierbij veelvuldig van de proefneming gebruik gemaakt, omdat men het daarbij in de hand heeft, de ziekteverwekkende oorzaak op bepaalden tijd, in bepaalde hoeveelheid en in bepaalden duur te laten inwerken.
Men spreekt daarom ook wel van experimenteele pathologie. Het is vooral ook deze richting van onderzoek, die tot zeer belangrijke kennis heeft gevoerd. Zoo behoeft slechts herinnerd te worden aan de koepokinenting, de inenting tegen typhus, de kennis van de overdraagbaarheid van de syphilis, enz., om dit in het licht te stellen. Zie OBDUCTIE, SECTIE.