Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Otter

betekenis & definitie

Otter, - Lutra lutra, roofdier, behoorende tot de Marters; lengte 0,8 M., donkerbruin. Waterdier, uitmuntend geschikt voor het leven in water door zijn dikke, vettige pels, buigzaam lichaam, langen staart en zwemvliezen. Leeft van allerlei waterdieren, vooral visschen, ook van vogels; is zeer schadelijk. Zijn nest is een hol met ingang, die onder water begint, en een schoorsteen voor luchtverversching.

In ons land overal in waterrijke streken, wordt echter, door de jacht ter wille van de pels, op vele plaatsen zeldzaam. Leeft in Europa, Azië en N.-Afrika. Zie plaat Roofdieren IV fig. 4.

< >