Odo (Heilige), tweede abt van Cluny, geb. bij Mans omstreeks 879, overl. 942 te Tours, trad na zijn studiën te Parijs te hebben gedaan, in het Cistercienserklooster te Baume. In 926 volgde hij Majellus op als abt van Cluny, aan welk klooster hij nu een school verbond, die alom spoedig vermaard werd. Onder zijn bestuur nam Cluny zoozeer in aanzien toe, dat haar monniken naar alle landen van het Westen werden ontboden om er de kloosters te hervormen.
Van zijn geschriften zijn het meest beroemd: De contemptu mundi, Tradatus super translationem Sti Benedicti, Hymni, Cantica en Sermones. Zie Migne, Patres Latini, deel 133.