Mauve - (Anton), 18 Sept. 1838—5 Febr. 1888, Nederl. schilder van landschappen en enkele portretten, behoorendtot de „Haagsche School”. Geb. te Zaandam, opgeleid te Haarlem bij P. van Os en W. Verschuur Sz., die hem volgens oud-Hollandsche traditie nauwkeurig leerden teekenen en zorgvuldig schilderen. Daarvan geven blijk de schilderijen uit den vroegen tijd z.a. „Drinkende paarden”. Vol bewondering voor J. W. Bilders trekt hij naar Oosterbeek, werkt daar 1856—59.
Vriendschap met den vroeg gestorven schilder Albert Gerard Bilders en kennismaking met de drie broeders Maris, wier breede kijk op de natuur grooten invloed op hem had, allereerst in zijn teekeningen. In zijn 1860 geschilderden „Koestal’’is ’t vormgevoel nog overwegend; langzaam-aan ontwikkelt zich ’t gevoel van fijne toonwaarde. Na een verblijf in Amsterdam en opnieuw in Haarlem, vestigde hij zich 1870 in Den Haag. Hij werkte er een tijd samen met Jacob en Willem Maris op een boerderij in Loosduinen, had later een atelier in de Dikkersduinen. Hier, in de nabijheid van de zee, ontwikkelde zich al meer ’t gevoel voor atmosfeer, in de fijne weergave waarvan hij zijn lyrische stemming ’t best vermocht uit te drukken.
Daar ontstonden zijn zeldzaam zuivere aquarellen: „Kalveren op de duinen”, „Ezels aan 't strand”, ,,’t Vrouwtje dat waschgoed ophangt”, enz. Hij schildert er de paarden, die boomschuiten optrekken, het duin tegen grijze lucht. De kleuren, vroeger helder, worden nu zilverig grijs, fijn grijs groen, en door de grijze luchten zeeft een dralend licht. Maar ook schildert hij kleuriger de vaarten met schuiten en jagertjes te paard. — Afwisselend ging hij ook werken in Drente, waar hem echter de kleur te bruin was, en liever na 1882 in Laren, waar hij zich in ’86 vestigde. Behalve de heide met schapen schilderde hij er de ploegers op den akker en aardappelrooiende boeren.—Mauve’s liefdevolle aandacht, waarmee hij de natuur, de dieren, de eenvoudige menschen waarnam, blijkt, behalve uit zijn aquarellen en schilderijen, uit de duizenden door hem nagelaten schetsen (90 schetsboeken en 3000 losse bladen werden na zijn dood verkocht) en uit de ruim 19 etsen (zie Zilcken; Peintres Hollandais modernes). — Leerlingen van Mauve te Laren waren: Wally Moes en Etha Fles; bewonderaars, zich eenigszins bij zijn richting aansluitend: Pieter ter Meulen en H. J.
v. d. Weele. Zijn schilderijen bevinden zich o. a. in ’t Rijksmuseum (coll. Drucker), Museum Mesdag (Den Haag) en in verschillende collecties binnen- en buitenslands (Amerika, Engeland, Schotland). — Litt.: Zilcken, Peintres Hollandais modernes, J. M. Schalekamp; Anton Mauve door H. L. Berckenhoff met een beschrijvende catalogus der etsen ; J. H. Schalekamp, Amsterdam 1891; H. L. Berckenhoff, A, Mauve’s Teekenwerk, Elsevier’s Mft. jrg. 27 (1917) dl. 53; H. G. Marius, Ned. Schilderkunst der 19de eeuw,
