Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Klimaatschommelingen

betekenis & definitie

Klimaatschommelingen - Door E. Brückner is in de vorige eeuw in verschillende meteorologische elementen en in bijzondere eigenaardige verschijnselen van het klimaat een 35-jarige periode ontdekt, die aanleiding geeft tot bijzondere klimaatschommelingen, zich uitend in de zomerwarmte, den regenval, de strengheid der winters, enz. De periode is ook op te merken in opteekeningen omtrent ijsgang in de rivieren, de lengte der gletschers in de Alpen en den waterstand der binnenzeeën (Kaspische zee), de laatste samenhangend met perioden van sterken of minder sterken regenval. In de laatste jaren is meer de aandacht gevestigd op een door dr. Easton ontdekte 89-jarige periode in de strengheid der winters in Z.W.-Europa, een periode welke is te splitsen in 2 perioden van 44½ jaar, de laatsten opgebouwd uit 4 zonnevlekkenperioden van 11⅛ jaar.

In opvolgende perioden van 44½ jaar zijn de winters afwisselend strenger of minder streng; de beide laatste 11⅛-jarige perioden der 44½-jarige periode van zachtere winters muntten uit in bijzonder slappe winters en eindigden in het onderzochte 12-tal 89-jarige perioden met een strengeren winter, die een min of meer plotselingen overgang vormde tot de eerste 11⅛-jarige cyclus der volgende 44½-jarige periode met strengere winters, welke zich kenmerken door enkele bijzonder strenge winters. Een andere klimaatschommeling, eveneens opgebouwd uit veelvouden der 11⅛-jarige zonnevlekkencyclus is gevonden in de gemiddelde dagelijksche temperatuuramplituden in den zomer te Weenen (door J. Litznar). Douglas heeft ook uit de jaarringen van de reuzenboomen van Californië groeiperioden van 32.8, 21.2 en 11.3 jaar afgeleid. Nader onderzoek naar klimaatschommelingen van langer duur in de jaarringen van oude boomen toonen in hoofdzaak groote overeenstemming mot die, welke in Centraal-Azië volgens historische overleveringen moeten hebben plaats gehad. Of klimaatsveranderingen in den loop van tienduizenden jaren, waartoe men zou kunnen besluiten uit het bestaan van den ijstijd in praehistorische tijden, ook deel uitmaken van klimaatschommelingen van zeer langen duur is moeilijk uit te maken.

< >