Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Ipomoea

betekenis & definitie

Ipomoea - Plantengeslacht der Convolvulaceeën met 300 soorten in de tropen, eenjarige en overblijvende kruiden, halfheesters en heesters, al of niet klimmend. Omtrent de systematische omgrenzing heerscht verschil; Bentham-Hooker rekenen er soorten toe, die door Engler-Prantl tot andere geslachten worden gebracht, b.v.b.: Calonyction met 6 s., Exogonium met 15 s., Pharbitis met 60 s., Quamoclit met 12 s.

I. purpurea, een veel gekweekte éénjarige klimplant, met hartvormig-eironde behaarde bladeren en violet-purpere trechterbloemen, die reeds ’s namiddags verbloeid zijn (Dagbloem), is volgens deze opvatting: Pharbitis hispida. De meest bekende soort is I. batatas uit Centraal-Amerika, thans over de tropen van de geheele aarde verbreid en een belangrijke kultuurplant wegens de zetmeelrijke knollen, die voor verschillende volken het voornaamste voedsel zijn. (Zie plaat Zetmeelplanten, fig. 4). Meestal worden ze Bataten genoemd. Ze bevatten naast zetmeel ook vrij veel suiker en worden daarom wel zoete aardappelen genoemd.

< >