Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Heemskerck (maarten van)

betekenis & definitie

Heemskerck (maarten van) - Geb. te Heemskerk in 1498, als zoon van een landbouwer, gest. in 1574. Noordnederlandsch schilder; schilderde eerst in Haarlem, dan in Delft en kwam ±1527 in de leer bij Jan van Scorel, met wiens werk het zijne zeer veel overeenkomst vertoont (b.v. zijn Juda en Thamar te Saussouci en de St.

Lucas te Haarlem). Eenige jaren later vertrok hij naar Rome. In tegenstelling met andere Romanisten heeft hij daar echter niet gewonnen aan vastheid van vormen en in de Italiaansche aesthetiek is hij niet doorgedrongen. Het meest schijnt hij onder den invloed van Michelangelo in zijn beheersching van de menschelijke figuur in al haar bewegingen; maar ook Rafael’s werk en dat van Giuliano Romano leerde hij kennen. Bovendien teekende hij in zijn schetsboek veel bijzonderheden van antieke gebouwen en beelden aan, teekeningen, die hij later zooveel mogelijk voor zijn schilderijen gebruikte.

Na vier jaren keerde hij terug naar ’t Noorden. Zijn eerste werken na de reis vertoonen een vrij gedachtelooze afhankelijkheid; eerst na 1559 ziet men een zekere stijging, misschien onder invloed van Pieter Aertsen (Momus veroordeelt het werk der Goden, K. F. M. Berlijn; de Beweening te Delft). Typeerend is voor zijn werk, dat hij zijn figuren, meestal halffiguren, zooveel mogelijk op den voorgrond schuift en steeds in de eerste plaats nadruk legt op het gebaar. Veel van zijn werken dienden tot voorbeeld van etsers, als Coornhert; ook H. zelf was etser. Litt.: zie Wurzbach I 660, en A. Bartoli in „Boll. d’Arte 1909”; L. Preibisz, M. v. H. (1911) en voor zijn schetsboek: Hulsen u. Egger, Die Römische Skizzenbücher des M. v. H. Zie ook: Hoogewerff, Ned. schilders in Italië.

< >