Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Haar (bernard ter)

betekenis & definitie

Haar (Bernard ter), Nederl. letterkundige, geb. 1806, studeerde theologie, was predikant te Eemnes-Binnen, Vlaardingen, Arnhem, Leiden en te Amsterdam en werd in 1854 hoogl. in de kerkgeschiedenis en zedeleer te Utrecht, overl. te Velp in 1880. In den beginne onderging hij als dichter den invloed van Tollens en komt hij niet boven het conventioneele uit. In 1838 publiceerde hij een berijmd verhaal Johannes en Theagenes, in 1839 Het Klooster op den Sint Bernard en meer dergelijk werk, alles huiselijk en sentimenteel. Populair maakte hij zich door zijn Aan een apostel des ongeloofs (tegen Strauss, 1841), en vooral door Huibert en Klaartje (1843).

Grooten opgang maakten de Sint Paulus-Rots (1846), Eliza's vlucht (1856) en Abd-el-Kader (1849), geliefde poëzie om voor te dragen. Van zijn kerkhistorischen arbeid noemen wij: De Kerkhervorming in tafereelen geschetst (1844—45). Verder leerrededen, levensberichten. Beantwoordde ook enkele prijsvragen. Voor de volledige lijst van zijn werk zie men Ten Brink, Gesch. der Noord-Ned. Letteren II, 46—52.