Gerfschaaf - blokschaaf voor het ruwe werk, b.v. om de eerste ruigte van planken te schaven. Soms wordt het ondervlak der schaaf in plaats van vlak bol gemaakt en de beitel eveneens rond afgeslepen, om zoodoende vlugger, alhoewel minder vlak, het hout af te schaven. De gewone g. heeft vóór een hoorn en is van achteren rond afgewerkt.
Ze heeft een enkelen beitel. Voor holle vlakken heeft men soms kleine en in de lengte rond afgewerkte gerfschaafjes.