Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gamma-(γ)stralen

betekenis & definitie

Gamma-(γ)stralen - stralen, uitgezonden bij radioactieve omzettingen. Ze hebben een zeer groot doordringingsvermogen en wijken niet af in een magnetisch veld. Ze werden het eerst door Villard bij radium ontdekt in 1900. De g.-s. behooren tot de golfstralingen; ze komen in eigenschappen geheel overeen met de Röntgenstralen.

Evenals deze bestaan ze uit aethertrillingen van zeer kleine golflengte, in vele gevallen nog kleiner dan die der Röntgenstralen. Ze bedraagt bv. voor de g -s. van RaB en RaC slechts enkele malen 10—⁹ c.m. en zelfs minder dan dit bedrag. In den laatsten tijd is het gelukt, deze golflengten nauwkeurig te meten met behulp van de methodes, door Laue, W. H. Bragg en W. L. Bragg gebezigd voor het meten van de golflengte der Röntgenstralen. Naarmate de golflengte der g-s. kleiner is, zijn ze des te doordringender; die van zeer kleine golflengte kunnen zelfs dikke lagen lood doordringen. Intusschen ondergaan ze steeds absorptie in de materie, hoe gering deze ook moge zijn voor de meer doordringende stralen, deze absorptie neemt toe, naarmate de dichtheid der materie grooter is. In een gas veroorzaken ze ionisatie; deze is des te sterker, naarmate ze minder doordringend zijn. Vallen g.-s. op materie, dan worden ze in sommige gevallen verstrooid teruggekaatst, terwijl ze ook aanleiding kunnnen geven tot de uitzending door de materie van de karakteristieke Röntgenstralen; eindelijk geven ze ook aanleiding tot de uitzending van β-stralen. Waarschijnlijk is de ionisatie in gassen, waartoe de g-s. aanleiding geven, toe te schrijven aan de β-stralen, die er door in het gas worden opgewekt.