Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Freiburg

betekenis & definitie

Freiburg - 1) Zwitsersch kanton, opp. 1671 K.M.2,143.000 inw., 85 inw. per K.M.2. De hoofdrivier is de Saane (Sarine). Het grootste deel van F. behoort tot de Zwitsersche hoogvlakte. Het Z.O. echter is Alpengebied. (Greyzerland = Greyerz = Gruyère) Van de bevolking is 14% Protestant en 86% Katholiek. In het Meerdistrict (Le Lac) is echter 68% Prot.

Het dichtst bevolkt is het Saanedistrict (180 per K.M.2) en het Meerdistr. (96), het minst Gruyère (51). 31% der bev. spreekt Duitsch, 68% Fransch en 1% Ital. Van de oppervlakte was 88l/2% in cultuur en lll/2% woest. Van dit laatste was echter ruim 1/3 meren. Van de 1.671 K.M.2 was 318 K.M.2 bosch, l1/2 wijnbergen, 1158 bouwland en Alpenbedrijf. — De vruchtbare bodem der hoogvlakte levert graan (bijna toereikend voor eigen behoefte), ooft en aardappelen, in de omgeving van het meer ook wijn en tabak. De tabaksbouw gaat achteruit (in 1911 nog voor f 70.000; 1914: f 25.000).

De veeteelt levert uitmuntend rundvee (Gruyèrekaas), zie FREIBURGER RAS. Einde 1914 bestonden 104 industriëele bedrijven (meest uurwerkfabrieken in ’t meerdistrict. Leerlooierijen. In Gruyère wat stroovlechterij). F. is het eenige kanton zonder referendum en met beperkte volksrechten.

2) F. in het Üchtland, Fr. Fribourg. Hoofdstad van het Zwitsersch kanton F., op een berg waar de Saane omheen loopt, zetel van den bisschop van Lausanne en van een Katholieke universiteit; 22.000 inw. waarvan een kleine 4000 vreemdelingen zijn. Bijna 0.9 der bev. is katholiek; 2/3 der inw. spreken Fransch, de overigen, meest in de benedenstad, Duitsch. De zeer ouderwetsche en onregelmatig gebouwde stad, waaraan de burchtachtige ligging hoog boven de rivier en de talrijke torens, poorten en kerken een eigenaardig schilderachtig karakter verleenen, bestaat uit drie deelen: de benedenstad, in het dal, aan weerskanten van de Saane, de wijk der arbeiders; de oude stad, op het plateau van het schiereiland, zetel der bestuurslichamen en der stedelijke aristocratie, en de bovenstad, het brandpunt van den handel en der nijverheid. Nauwe straatjes, trappen en een kabelbaan verbinden de 3 deelen.