Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Frees

betekenis & definitie

Frees - een stalen snijwerktuig in den regel voor metalen, in den vorm van een omwentelingslichaam, aan den omtrek van een groot aantal scherpe tanden voorzien en geschoven op een langzaam ronddraaiende spil. Het werkstuk wordt tegen de bewegingsrichting van de f. ingeschoven, zoodat door elke tand een spaantje van het stuk wordt afgesneden. — Het stuk wordt zuiver afgewerkt. — Men onderscheidt spitse tanden (zie fig. 1) en achter gedraaide tanden (fig. 2), de eerste werken fijner, de laatste zijn sterker en gemakkelijker te slijpen. Naar het doel onderscheidt men: cilindrische, mantel- of vlakfreezen (fig. 3) voor het bewerken van platte vlakken, de tanden zijn schroefvormig in een cilinder-oppervlak gesneden, kopfreezen (fig. 4 en fig. 8) voor het bewerken van twee loodrecht op elkander staande of een scherpen hoek vormende vlakken; schijffreezen voor het inbrengen van spiegleuven in machinedeelen; (fig. 6), spieloopfreezen, voor hetzelfde doel; de as van de f. staat loodrecht op het te bewerken vlak; stiftfreezen, de f. is aangebracht op het einde van een ronddraaiende as (fig. 5), tandrad- en profielfreezen (fig. 7), voor het vormen van tanden in tandwielen, het maken van groeven in tappen en ruimers enz. (Zie FREESBANK). Freezen voor houtbewerking zijn profielfreezen; de tanden zijn anders gevormd dan die voor metaalbewerking; zij dienen voor het maken van geprofileerde lijsten en randen.

< >