Falck (jeremias) - Duitsch kopergraveur, omstreeks 1610 te Danzig — dat toen Poolsch was — geb., aldaar overl. in 1677, was waarschijnlijk leerling van W. Hondius, die in Danzig was komen wonen. In ongeveer 1639 schijnt F. naar Parijs gegaan te zijn, waar hij bij Corn. Bloemaert en Abraham Bosse in de leer heet geweest te zijn. F.’s eerste werk (portretten naar schilderijen van Justus van Egmont) verscheen in Parijs, door Van Egmont zelf uitgegeven (1642 vlgg.). In 1646 is F. in Danzig terug, waar hij stadsgezichten, maar vooral weer portretten graveert, speciaal naar schilderijen van D. Beek.
Later reist F. naar Stokholm en Kopenhagen. Na 1656 werkt hij voor den kunstverzamelaar Ger. de Reynst te Amsterdam, aan de reproductie van diens schilderijenverzameling, waarvan de afbeeldingen onder den titel „Variarum Imaginum... Coelaturae” verschenen. — F. is de eenige Noord-Duitsche kopergraveur, die in de 17e eeuw naast de Hollanders en Franschen genoemd mag worden. — Litteratuur: Thieme-Becker’s Allg. Lexik. d. bild. Künstler XI 213-214.