Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Evenredige vertegenwoordiging

betekenis & definitie

Evenredige vertegenwoordiging - stelsel van volksvertegenwoordiging, waarbij iedere partij de beschikking krijgt over een aantal zetels, dat in verhouding staat tot de partijsterkte. Dit resultaat wordt bij verkiezingen, waarbij meerderheid van stemmen den doorslag geeft, veelal zeer onvolkomen bereikt. Wanneer n.l. een land in een aantal districten is verdeeld, is het mogelijk, dat eene partij in geen enkel district een candidaat verkozen krijgt, hoewel haar aantal aanhangers over het geheele land bij ev. vertegenwoordiging het recht zou geven op een of meer zetels. Door het afhankelijk zijn van het resultaat van iedere verkiezing op zichzelf van de meerderheid van stemmen, kunnen zelfs belangrijke minderheden van representatie worden uitgesloten of onbillijk worden benadeeld. — Velerlei stelsels zijn uitgedacht om aan dit nadeel te ontkomen door invoering van ev. vertegenw.Uitgangspunt van alle stelsels van ev. vert. is het kiesquotient, d.i het aantal stemmen, dat recht geeft op 1 zetel.

Dit kiesquotient kan vast zijn of wisselend. Vast is het, wanneer bepaald is, dat b.v. iedere 10.000 stemmen de beschikking geeft over 1 zetel; het aantal afgevaardigden wisselt dan naar het aantal uitgebrachte stemmen. Het kiesquotient is wisselend, wanneer het aantal zetels vast is. Moeilijkheid is bij alle stelsels het feit, dat het zelden zal voorkomen, dat iedere partij juist een veelvoud van het kiesquotient behaalt. Veelal zal boven een aantal malen het kiesqu. nog een overschot van stemmen worden verkregen. Hoe de nog beschikbare zetels over deze overschotten te verdeelen? Vooral op deze vraag loopen de antwoorden bij de verschillende stelsels uiteen.

De stelsels van ev. vert. zijn verder te onderscheiden in twee groepen, n.l. die van persoonlijke vertegenwoordiging en die van partijvertegenwoordiging. Bij de laatste groep stemt de kiezer, zulks in tegenstelling met de eerste, niet op een bepaald persoon, maar op een van meer lijsten van candidaten, door de partijbesturen opgemaakt. Ook heeft men getracht beide soorten ev. v. met elkaar te vereenigen. Tot de groep der persoonlijke vertegenwoordiging behooren o.a. de stelsels van Hare (1859) en Bailey (1869); van de tweede groep is het bekendste stelsel dat van D’Hondt. De ev. vert. is ingevoerd in België (sinds 1899), verschillende Zwitsersche kantons en in Denemarken (voor de Eerste Kamer). Sinds de grondwetsherziening van 1917 ook hier te lande zoowel voor de Tweede Kamer (art. 81 Grw.). als voor Prov. staten (art. 127 Grw.) en gemeenteraden (art. 143 Grw.). Volgens de bij additionneel art. VII der Grw. met de nieuwe regeling in overeenstemming gebrachte Kieswet (zie voor den tekst Stb. 1917, n° 694) brengt ieder kiezer zijn stem uit op een bepaald candidaat (art. 74). De candidaten moeten voorkomen op lijsten van tevoren door ten minste 25 kiezers onderteekend (art. 35).

Iedere lijst mag niet meer dan 10 candidaten bevatten (art. 37). Dezelfde kiezer mag niet meer dan ééne lijst onderteekenen (art. 35). Iedere partij zal veelal in elk kiesdistrict een of meer candidatenlijsten doen inleveren. Bij de verdeeling der zetels (zie art. 99) wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal stemmen, dat ieder candidaat persoonlijk heeft verkregen, maar ook met het totaal, dat elke lijst op zich heeft vereenigd. De gelegenheid bestaat de lijsten (b.v. die van eene bepaalde partij of ook die van samenwerkende partijen) zgn. met elkaar te verbinden (art. 50), hetgeen tengevolge heeft, dat de stemmentallen der verbonden lijsten worden samengevoegd (art. 100). Hierdoor wordt zooveel mogelijk voorkomen, dat stemmen voor een partij verloren gaan.