Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Eek (johannes)

betekenis & definitie

Eek (johannes) - eigenlijk Maier of Mayr, geb.1486 te Eek in Zwaben, bestrijder der Reformatie en geweldig tegenstander van Luther, 1510 theol. prof. te Ingolstadt, overl. 1543. Als humanist stond hij eerst in vriendschappelijke verhouding tot Luther. Hij trad echter tegen diens Stellingen in 1517 op door zijn in handschrift verspreide Obelisci, waarin hij Luther beschuldigde van Hussitische ketterij en zucht naar revolutie in de Kerk. Op de Leipziger disputatie in 1519 bestreed hij Carlstadt en vooral Luther.

Hij schreef zich zelven de overwinning toe, overhandigde den Paus zijn geschrift De primatu Petri adversus Ludderum, werkte mee tot de uitgave van de banbul tegen Luther en ontving den last die bul in Duitschland bekend te maken. In 1521 en in 1523 trok hij weer naar Rome om den paus te bewegen tot een energiek optreden tegen de Reformatie, in 1523 woonde hij den rijksdag te Neurenberg bij, nam in 1524 deel aan het convent van Regensburg, bezocht in 1525 Hendrik VIII van Engeland, wien hij zijn, Enchiridion locorum communium adversus Lutherum et alios hostes ecclesiae had opgedragen. Op den rijksdag te Augsburg (1530) was hij het hoofd der Roomsche theologen, die tegen de Augsburgsche Confessie het z.g. confutatie-geschrift opstelden. Om de verspreiding van de Luthersche bijbelvertaling in Beieren tegen te werken, bezorgde hij in 1537 van Roomsche zijde eene Duitsche bijbelvertaling. In 1541 nam hij deel aan de religiegesprekken te Worms en te Regensburg en op zijn aandrang verwierpen de Roomsche Stenden het Regensburgsche interim.

Hij was een geleerde van beteekenis, gevat en geestig, handig debater, een geboren disputator, maar die zich drijven liet door zucht naar geld en macht. Zijn voornaamste geschriften zijn vervat in: Operum Jo. Eckii contra Lutherum tom I-V (Augsb.1530-35). — Zie over hem: Th. Wiedemann, Dr. Johann Eck (Regensburg 1865).

< >