Czolbe (Heinrich), Duitsch wijsgeer, 1819-73, arts te Königsberg, door Lange’s Gesch. des Materialismus (II. 1) meer algemeen bekend geworden, scherpzinnig verdediger van het materialisme, ook Fr. Ueberweg (die, toen in Königsberg professor, intiem met hem bevriend was) in deze richting drijvend. Cz., aanvankelijk beïnfluenceerd door het pantheïsme van Hölderlin, Strausz, Bruno Bauer en Feuerbach, werd tot het materialisme getrokken door ethische motieven: onzedelijk, aanmatigend en onwaarachtig leek hem de ontevredenheid met ons aardsche leven, de behoefte aan een bovenzinnelijke wereld. Hij trachtte de werkelijkheid op „natuurlijke” wijze, door het zinnelijk-aanschouwelijk denken te verklaren.
Het zelfbewustzijn bestaat in eene in zichzelf terugkeerende hersenbeweging. De waarneming der buitenwereld levert afbeeldingen van de eigenschappen der „dingen zelf’. Later erkent Cz. meer dan één verklaringsprincipe noodig te hebben: de materieele atomen, de organische grondkrachten en de psychische elementen, wier harmonisch samenwerken in een soort wereldziel een doelmatigen natuursamenhang mogelijk maakt. Het einddoel der wereld bestaat in een „van de hoogst mogelijke volkomenheid afhangend geluk aller voelende wezens”. Geschriften: Neue Darstellung des Sensualismus (1855); Die Entstehung des Selbstbewustseins (1856); Grenzen und Ursprung der menschl. Erkenntniss (1865). — Na zijn dood verscheen: Grundzüge einer extensionalen Erkenntnisstheorie (1875), meer Spinozistisch, volgens welk werk de substantie van het heelal de leege ruimte is, als welks vierde dimensie de tijd moet beschouwd worden.