Copieermachines - 1) machines, waarmede heel of half automatisch copieën gemaakt worden van geschreven stukken. De copie wordt afgedrukt op een doorschijnend taai papier, dat door behandeling met een hygroscopische oplossing, — waarschijnlijk glycerine — in opgerolden toestand voldoende vochtig blijft om den copieerinkt te kunnen opnemen. De c. maakt van elk stuk één of twee copieën, die, op maat gesneden, aan het eind uit de machine komen en dan aan de lucht spoedig drogen. — 2) Een werktuigmachine, waarmede automatisch een of meer copieën gemaakt worden van daarin als origineel gebrachte modellen. De c. berust op het volgende principe: een of meer, gewoonlijk vertikaal geplaatste, asjes, zijn zoodanig in een in alle richtingen beweegbaar metaalraam aangebracht, dat de onderlinge stand steeds onveranderlijk blijft.
De assen dragen aan het ondereinde een kleinen freeskop, behalve één, die aan de onderzijde flauw bolvormig glad is. Onder laatstbedoelde wordt het model geplaatst, onder de anderen het hout of ander materiaal, waarvan de copieën gemaakt zullen worden. De assen worden in snelle rotatie gebracht en de gladde as nu langzaam en stelselmatig over het model bewogen, waarbij de freeskoppen alles wegsnijden, wat in den weg komt. Door steeds kleinere freezen, en overeenkomstige modelstiften te bezigen, worden de details steeds fijner en vormen tenslotte zuivere copieën van het model. De machine wordt voornamelijk door beeldhouwers gebezigd voor de vervaardiging van een groot aantal gelijke houtreliefs.