Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Consulentschap

betekenis & definitie

Consulentschap - (Acte van), contract den 3en Mei 1766 gesloten tusschen den juist meerderjarig geworden Willem V. en zijn voogd, den hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel. Brunswijk verbond zich hierbij den Prins „met raet en daet te zullen adsisteeren”, zoo menigmaal deze dit van hem vragen zou, met dien verstande, dat de hertog van alle verantwoordelijkheid ontslagen zou wezen. De bedoeling van dit ietwat onhandige, aanvankelijk aan slechts weinigen (b.v. aan den griffier Fagel en aan den lateren raadpensionaris Van Bleiswijk) bekende staatsstuk schijnt geweest te zijn, ongewenschte invloeden, als b.v. dien van de Friesche partij of van des Prinsen zuster Carolina en haar gemaal Nassau-Weilburg, van den zwakken vorst verre te houden en de regeering, ook nu bij ’s Prinsen meerderjarigheid, te doen voortgaan volgens de richtingslijnen van Brunswijks regentschap.

De combinatie Oranje-Brunswijk vond haar heftigste tegenstanders in de regenten van Amsterdam; van hun zijde kwam dan ook in 1781, bij den slechten gang van den vierden Engelschen oorlog, de aandrang om den hertog te verwijderen; aanvankelijk nog met stilzwijgen over de acte van cons., daar men Van Bleiswijk wilde sparen. Eerst in 1784, nadat het Patriottisch blad „De Post van den Neder-Rhijn” in zeer doorzichtige aanduidingen van haar bestaan had gerept, werd de acte van cons. tegen Brunswijk in stelling gebracht, die voor dit nieuwe gevaar dan ook week, en ’s-Hertogenbosch, dat hem een tijdelijk toevluchtsoord geweest was, voor het vredig Duitsche vaderland verliet.

< >