Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Cognossement

betekenis & definitie

Cognossement of connossement, volgens de wet (artt. 507-520 K.) een door den inlader van goederen en door den schipper onderteekend geschrift, waarin wordt vastgesteld dat die goederen ten vervoer zijn ingeladen, op welke voorwaarden het vervoer daarvan zal plaats hebben en waar en aan wien ze zullen worden uitgeleverd. Het legt een rechtsband tusschen den inlader of lateren houder eenerzijds en den reeder anderzijds, hoewel ook wel wordt aangenomen, dat niet de reeder, maar de schipper er door wordt gebonden. Het moderne cognossement, waarin vaak de aanwijzing van een bepaald schip en van den schipper ontbreekt, is niet een inladings-, maar een ontvangstbewijs. Het wordt afgegeven door of namens den vervoerder voor door hem ten vervoer ontvangen goederen.

De schipper persoonlijk staat er geheel buiten, ook wanneer hij het in zijne hoedanigheid onderteekent. De cognossementen der vaste stoomvaartlijnen worden in den regel zelfs niet door hem, maar namens de reederij door een anderen daarvoor aangewezen beambte onderteekend. Onderteekening door den inlader of afscheper komt bijna nooit voor. De wet kent het cognossement niet voor de binnenvaart (art. 775 K.). waar vrachtbrieven zijn plaats innemen; toch wordt aangenomen, dat ook c. daarbij geldig kunnen worden uitgegeven. — Het c. kan luiden aan order, aan toonder of op naam. In het eerste geval kan het door endossement worden overgedragen (art. 508 K.). Van elk c. worden ten minste 4 exemplaren opgemaakt, terwijl de bevrachter of inlader nog meer exemplaren kan vorderen.

Van deze 4 exemplaren is één voor den bevrachter of inlader, één voor den geconsigneerde, één voor den schipper (captains copy) en één voor den scheepseigenaar of den reeder (artt. 509, 510 K.). Het c., in den bij de wet voorgeschreven vorm opgemaakt, heeft kracht van bewijs tusschen alle de bij de inlading belang hebbende partijen en tusschen hen, die aandeel in de lading hebben, en de verzekeraars, behoudens aan laatstgemelden het bewijs van het tegendeel (art. 512 K.). Ten einde afgifte der goederen te verkrijgen moeten de afgegeven c. worden teruggegeven (art. 511 K.). Het cognossement stelt den houder in staat de daarin vermelde goederen, zeilende of stoomende, te verhandelen. Overdracht van het cogn. staat met overdracht dier goederen gelijk. Om over de in een c. vermelde goederen (b.v. gestort graan) bij gedeelten te kunnen beschikken, wordt het c. door den houder gedeponeerd bij een factor of controleur van graanladingen, waarna, door dezen of met diens medewerking door den bewaargever, bewijzen van aandeel, aan order of aan toonder, in het c. of wel zgn. delivery orders of volgbriefjes, eveneens aan order, worden uitgegeven. De uitgifte van deze stukken geschiedt ook wel door de reederij of haren agent, na afgifte door den geconsigneerde van het cognossement. Zie verder de genoemde wetsartikelen en artt. 473, 583 en 732 K. Zie ook: DOORCOGNOSSEMENT.