Clearing house - (Eng.), chambre de compensation (Fr.), Stanza di compensazione (Ital.), Abrechnungshaus of -stelle, Saldierungsverein (Hd.), plaats, waar bankiers hunne onderlinge vorderingen over en weer met elkaar verrekenen. Alleen het saldo behoeft daarna te worden afbetaald. Ook wel wordt dit vereffend door overboeking op de rekening, die ieder der deelnemers bij een centrale bankinstelling heeft. Zoo in Londen bij de Bank van Engeland.
Het nut van deze handelwijze bestaat in hoofdzaak in: 1) besparing van arbeid; 2) besparing op de hoeveelheid kasmiddelen, die iedere deelnemer beschikbaar behoeft te hebben, en daardoor ook op de ruilmiddelen in het algemeen; 3) wegneming van het risico, steeds verbonden aan het transport tusschen de verschillende banken van geld en geldswaardig papier. — Het verband, dat door het cl. h. tusschen de banken ontstaat, kan ook licht leiden tot meerdere eenheid in het bankwezen, terwijl in tijden van nood het cl. h. door onderlinge samenwerking en steun soms financ. rampen kan helpen voorkomen of beperken. Zoo trachtten de Amer. cl. h. in tijden van crisis meermalen den toestand te verlichten door uitgifte van Clearing-house-certificaten. Zij vervullen hiermede een rol, in andere landen veelal door de circulatiebanken vervuld.—Het oudste nog bestaande cl. h. is dat van Londen. Waarschijnlijk dankt het zijn ontstaan aan gemakzucht der kantoorloopers, die samenkwamen en de vorderingen, die zij moesten innen, onderling uitwisselden. De bankiers zagen het nut hiervan in en wezen er een bepaald lokaal voor aan. Het Londensche cl. h. bestond in elk geval reeds in 1773. Iets dergelijks werd in Amsterdam in het laatst der 18e eeuw ook gevonden tusschen een groot aantal kassiers (in de jaren 1770—80 een 54-tal). Het Londensche cl. h. heeft echter als voorbeeld gediend voor soortgel. instellingen in andere landen.—De cl. h. zijn particuliere instellingen of liever vereenigingen van banken en dus niet voor iedere bank toegankelijk.
Dit heeft ten gevolge, dat meermalen klachten werden vernomen van instellingen, die niet als lid werden toegelaten en daarvan groot nadeel ondervonden. Zoo liet het Londensche cl. h. tot 1854 slechts private bankiers, geen naamlooze vennootschappen toe. Naarmate het aantal der laatste toenam en de particuliere banken in aantal steeds verminderden, was dit niet vol te houden. Nog steeds is het cl. h. beperkt tot een aantal Londensche bankiers. De Country banks kunnen niet lid worden en moeten evenals de Londensche banken die niet lid zijn, hun verrekeningen door bemiddeling van een Londensch lid doen verrichten. De afrekening met deze Country banken heeft afzonderlijk plaats (Country clearing). — In New York zijn de kleine banken van het cl. h. uitgesloten. Tot 1907 ook de zgn. trustmaatschappijen. — De omzetten van het Londensche cl. h. beliepen in 1912 £ 15.961.773.000.— Ook eenige andere Eng. handelssteden hebben cl. h. — Buitengewoon ontwikkeld is het cl. h. wezen in de Ver. St. van Amerika. Begin 1913 bestonden hier 242 dergel. instellingen. In 1911 werden aan het New Yorksche cl. h. cheques verrekend tot een bedrag van $ 92.420.120.092.— In Parijs bestaat sinds 1872 de Chambre de compensation des banquiers. In Duitschland heeft de Duitsche Rijksbank sinds 1883 in verschillende groote steden Abrechnungsstellen ingesteld. Oostenrijk-Hongarije heeft sinds 1872 te Weenen, sinds 1888 ook te Budapest een Saldierungsverein. Ook in Italië treft men in verschillende steden gelijksoort. instellingen aan: Stanze di compensazione. Hier te lande bestaat iets dergelijks slechts te Rotterdam, waar sinds Aug. 1910 een aantal banken geregeld hare vorderingen met elkaar verrekenen. Zie voor met de cl. h. in vele opzichten overeenkomende instellingen in den speculatiehandel LIQUIDATIE KAS.