Buffel - (Bubalus), behoort tot de holhoornige herkauwers, is verwant met de runderen. De horens zijn aan den voet sterk verbreed en zijn meer naar achteren gericht dan bij de runderen; zij staan ook dichter bij de oogen. Het haarkleed is spaarzaam. Het zijn zeer groote en wilde dieren.
De Indische buffel (B. bubalus) leeft in Indië in wilden, halfwilden en gedomesticeerden staat, is ook ingevoerd in Egypte, Italië, Hongarije en Zuid-Rusland. Op de Soenda-eilanden leeft een ras van den Indischen buffel, de karbauw, in halfwilden en gedomesticeerden staat. Er zijn nog verscheidene andere rassen van den buffel bekend, sommige met reusachtige horens (de ami), andere met neerhangende horens of ook horenloos. De Indische buffel is een gevaarlijk, woest dier, dat bij voorkeur in moerasachtige streken leeft; hij zwemt uitstekend. Door zijn weerstandsvermogen tegen vochtigheid en zijne natuurlijke geaardheid om in moerassig land te leven, is hij zeer bruikbaar bij het bewerken van rijstvelden, enz.
De kafferbuffel (B. caffer) (zie plaat Runderen I fig. 2), behoort thuis in Zuid-Afrika; deze soort is nog sterker en onhandelbaarder dan de Indische; ook van hem bestaan verscheidene rassen. Aan zichzelf overgelaten, vallen getemde buffels spoedig tot hun oorspronkelijke wildheid terug. Een eigenaardige, kleinere vorm is de anoa, die slechts op Celebes gevonden wordt. De zoogenaamde Amerikaansche buffel is geen buffel, maar een bison*.