Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bodembacteriën

betekenis & definitie

Bodembacteriën - spelen in de huishouding der natuur een zeer belangrijke rol. De planten hebben voor haar ontwikkeling stikstof noodig. De vrije st.

van de atmosfeer kunnen ze echter niet opnemen; gebonden st. nemen ze waarschijnlijk het liefst op in den vorm van salpeter. Deze nu wordt door de zg. nitrificeerende bact. gevormd uit ammoniak, een st.-verbinding, die door rotting (óók het werk van mikro-organismen) van organ. stoffen ontstaat. Nitrietbact. (Nitrosomonas, Nitrosococcus) oxydeeren de amm. tot salpeterigzuur, resp. nitrieten; nitraatbact. (Nitrobacter) oxydeeren de nitrieten tot nitraten, d.i. salpeter. Voor dit proces moet de zuurstof der lucht dus ruim in den bodem kunnen dringen. — Biologisch zijn deze bact. zeer belangrijk, omdat ze, zonder de energie van het zonlicht te gebruiken, van enkel anorganische verbindingen kunnen leven. Het is zelfs onmogelijk, bij aanwezigheid van organische stoffen, ze in het laboratorium in reinkultuur te kweeken. De gewoonlijk daarbij gebruikte agar en gelatine moeten daarom vervangen worden door kiezelzuur of gips, die dan met de anorg. zouten wordt gedrenkt. Hoe het proces in de natuur plaats heeft, waar org. stoffen nooit geheel ontbreken, is nog niet geheel opgehelderd. Zie STIKSTOFVRAAGSTUK.

Andere bact.,de zgn. denitrificeerende b., zetten de nitraten weer om in nitrieten, of doen ze verder uiteenvallen, o.a. in vrije stikstof. Er zijn nog andere belangrijke bodembact. Kan de vrije st. niet door hoogere planten worden opgenomen, wel kunnen dit de bact. doen, die men vindt in de wortelknolletjes van Vlinderbloemigen, b.v. van Lupinen. Oorspronkelijk vindt men deze bact. als bewegelijke staafjes in den bodem, ook in zeer schralen grond; van daaruit dringen ze in de wortels binnen, en zijn zoo oorzaak van het ontstaan der knolletjes. Hierin leven ze, in enorme massa’s, en in een andere gedaante (n.l. als zgn. bacteroïden; dikke, op allerlei wijze vertakte staafjes) van de koolhydraten, die de plant hun verschaft; de stikstof nemen ze echter uit de zich in den bodem bevindende lucht op. Ten slotte worden de bact. opgelost door de plant, die de daarin voorkomende st.verbindingen opneemt en voert naar de rijpende, eiwitrijke zaden. Is de Lupinen-oogst rijp, dan worden de planten ondergeploegd en kan, nadat door rottings- en nitrificeerende bact. weer de noodige nitraten zijn gevormd, de akker voor andere gewassen dienen.

Een denkbeeld van de nuttige werkzaamheid dezer b. geeft de volgende proef: erwtenzaden, die 16 mGr. stikstof bevatten, werden uitgezaaid in 4 K.G. aarde; de oogst bedroeg 499 mGr. st., en bovendien was de aarde nog rijker aan st. geworden. Men kan het ontstaan der wortelknolletjes natuurlijk in de hand werken door den bodem eerst te vermengen met aarde van een Lupinen-akker; ook heeft men daartoe reinkulturen der wortelbact. in den handel gebracht (Nitragine). In den laatsten tijd zijn bij allerlei andere planten eveneens wortelkn. ontdekt, o.a. bij Alnus. Ook hier wordt stikstof opgenomen. — Intusschen kan de bodem ook rijker worden aan stikstof, doordat enkele bact., vrnl. Clostridium Pasteurianum en Azotobacter chroöcoccum, het vermogen hebben, ook zonder medewerking van hoogere planten, de st. uit de lucht op te nemen; de gunstige uitwerking van het braakliggen moet aan deze bact. worden toegeschreven. Ook hier heeft men, echter zonder succes, met reinkulturen willen werken.

< >