Bitter (karlmann)

betekenis & definitie

Bitter (Karlmann), Pruis, staatsman, geb. 27 Febr. 1813 te Schwedt a/O., overl. te Berlijn 12 Sept. 1885, werd in 1879 in Hobrechts plaats min. van financiën, als hoedanig hij Bismarck’s belastingstelsel uitwerkte en onder meer ook door het tabaksmonopolie enz. en het verhoogen der rechten op geestrijke dranken en daarvoor benoodigde grondstoffen de indirecte rijksinkomsten zocht te verhoogen, waardoor hij er in slaagde het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven in den Pruis. staat te herstellen. Geschillen met Bismarck gaven hem in 1882 aanleiding ontslag te nemen. Hij schreef eenige verdienstelijke werken op muzikaal gebied, als Joh. Sebastian Bach (4 dln., 1881); Mozarts Don Juan und Glücks Iphigenia in Tauris (1866); Beiträge zur Geschichte des Oratoriums (1872); Gesammelte Schriften (1885).