Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bessenwijn

betekenis & definitie

Bessenwijn - een wijnsoort, bereid uit aalbessen, kruisbessen enz. Door toevoeging van suiker en water aan het sap der genoemde vruchten tracht men in dit sap dezelfde verhoudingen te verkrijgen als in het sap van druiven voorkomen, waarna men het laat gisten. Do bessen worden in tegen stelling met die, welke voor de bereiding van sap dienen, geplukt vóór ze ten volle rijp zijn. Ze worden gekneusd en geperst gelijk bij de sapbereiding. Het persen geschiedt zoo intensief mogelijk.

De droesem wordt na de eerste persing met water ge mengd en dan nogmaals geperst. Het bij de tweede persing verkregen sap wordt gebruikt om in plaats van water met suiker aan het sap toe te voegen ten einde dit in verband met het gewenschte produkt, (lichte wijn met een alkoholgehalte van 6 a 7 %, of wel tafelwijn met een alkoholgehalte van 7—9 % of dessertwijn met een alkoholgehalte van 12—13 %), de meest gewenschte samenstelling te geven. Dit produkt laat men dan gisten met gist, die alweer gekozen wordt al naar de eischen waar aan de wijn moet voldoen. De temperatuur wordt gedurende de gisting tusschen 18°C en 24°C ge houden. Een kleine hoeveelheid vleeschextrakt of moutkiemen wordt als voedsel voor de gist aan de most toegevoegd. Is de gisting geëindigd, dan wacht men nog 2 a 3 weken en tapt dan den wijn af hetzij op vaten, hetzij direct op flesschen. B. wordt in tegenstelling met druivenwijn, ook in Neder land geproduceerd en wel meest in dezelfde fa brieken als die, welke vruchtensappen leveren.

< >