Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Artaxerxes (oudperzisch artakhshatrā)

betekenis & definitie

Artaxerxes (oudperzisch artakhshatrā) - in den Bybel : Artachshasta, naam van drie Perzische koningen uit de dynastie der Achaemeniden.

A. I, door de Grieken Makrocheir (Langhand) genoemd ; de zoon van Xerxes I, regeerde van 465 — 424. Hij had in Egypte met den opstandeling Inarus te kampen, die door zijn veldheer Megabyzus in 455 gevangen genomen werd, maar hij was minder gelukkig in den strijd met Amyrtaeus, die daarna in de Delta tegen de Perzen in opstand kwam. De oorlog met de Grieken eindigde in 449 met de zoogenaamde Cimonische vrede. Aan Ezra en Nehemia gaf hij verlof naar Palestina terug te keeren en de muren van Jeruzalem te herbouwen. Maar de zwakheid der centrale regeering bleek duidelijk in den opstand van Megabyzus, landvoogd van Syrië, die de tegen hem gezonden legers versloeg en A. de wet voorschreef.
A. II, door de Grieken Mnemon genoemd wegens zijn goed geheugen, zoon van Darius II en Parysatis regeerde van 404 —358. Tegen hem verhief zich zijn jongere broeder Cyrus, die reeds bij het leven zijns vaders in Klein-Azië bevel voerde en aldaar betrekkingen met de Grieken aangeknoopt had. Deze trok met Grieksche huurtroepen tegen A. op, sneuvelde echter in den slag bij Cunaxa (niet ver van Babel) in 401, waarop zijn leger zich verstrooide en de Grieken onder Xenophon den beroemden terugtocht naar Griekenland volvoerden, die door den aanvoerder zelf beschreven is in de Anabasis. A. had daarna tegen de Spartanen onder Agesilaus te strijden, slaagde er echter in door omkooperij de Grieken tot den vrede van Antalcidas te bewegen in 387, waarbij de Grieken van Klein-Azië en ook Cyprus weder onder Perzische heerschappij kwamen. Toch bleef Klein-Azië onrustig en had A. hier voortdurend met opstanden te kampen. Evenmin gelukte het hem Egypte weder ten onder te brengen, waar tegen het einde zijner regeering (361) Nekhanebo II als onafhankelijk vorst optrad. Inmiddels was het hof van Artaxerxes het tooneel van allerlei intrigues door de heerschzucht zijner moeder Parysatis en later door de oneenigheid zijner zonen, die elkaar bij het leven des vaders het recht van troonsopvolging betwistten.
A. III Ochus (Vahoeka), zoon van A. II, regeerde van 358 —337. Ochus, die eerst, nadat een drietal zonen zijns vaders in broedertwist omgekomen waren, den troon beklom, liet daarop alle prinsen van koninklijken bloede ombrengen. Hem gelukte het andermaal Egypte te onderwerpen (345) en ook in Klein-Azië en Cyprus zijn gezag te doen gelden. Feitelijk echter berustte de macht bij den eunuch Bagoas, die aan het hof des konings de zaken leidde en, toen hij vreesde die macht te verliezen, zijn meester door vergif uit den weg ruimde. Zie verder ARDESJER.

< >