Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Afdak

betekenis & definitie

Afdak - 1) een benedenwaartsch verlengstuk van een dakvlak of een dak tegen een muur aangebouwd. Het afdak wordt aan het benedeneind gewoonlijk ondersteund door een afdaksmuur of door een afdaksplaat, d. i. een platte balk ondersteund door verticale posten, de z.g. afdaksstijlen.

2) (krijgsk.), eenvoudige schuilplaats voor bivakkeerende troepen. Bestaat meestal uit een geraamte van rondhout, latten, planken, enz. met eene afdekking van stroo, riet, planken, asphaltpapier, zeildoek, kleeden, enz. Per man benoodigd 0,6 M. breedte en 1,9 M. lengte.
3) (herald.), term voor een stroodak, dat op vier palen rust, een figuur veel voorkomende bij Poolsche wapens.