Wat is de betekenis van afdak?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afdak

afdak - Zelfstandignaamwoord 1. een schuin van een gebouw uitstekend stuk dak dat beschutting verleent aan de buitenmuur Het gaat regenen; laten we even onder het afdakje gaan staan. Woordherkomst van het Duits abdach

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afdak

afdak - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-dak 1. schuin dak dat maar aan één kant aan een muur vast zit ♢ onze auto staat altijd onder een afdak als beschutting tegen de regen Zelfstandig naamwoord: af-dak het afda...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

afdak

skuins dak teen ‘n muur; oop skuur met plat dak.

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Afdak

Een lang aflopend dak tegen een gebouw aangebracht, waaronder bergplaats voor wagens, werktuigen en gereedschappen, karschop genaamd. Soms wordt het a. door muren afgesloten en dan vaak gebruikt voor varkenshokken.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afdak

s.n., ôfdak (it), ôfdek (it), oerdak (it), ôflegering.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afdak

o. (-en), gewoonlijk afhellend dak tegen een muur of gebouw aangebracht boven een open ruimte om die tegen de regen te beschutten; — (wapenk.) figuur, inz. in Poolse wapens.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afdak

o. -daken, laag, afhellend dak tegen een muur of gebouw: onder een afdak schuilen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afdak

('av) o. (-en; -je) v. afhellend dak tegen een muur of gebouw: een schuilplaats vinden onder een -.