afdak
afdak - Zelfstandignaamwoord 1. een schuin van een gebouw uitstekend stuk dak dat beschutting verleent aan de buitenmuur ♢ Het gaat regenen; laten we even onder het afdakje gaan staan. Woordherkomst van het Duits abdach
Wiktionary (2019)
afdak - Zelfstandignaamwoord 1. een schuin van een gebouw uitstekend stuk dak dat beschutting verleent aan de buitenmuur ♢ Het gaat regenen; laten we even onder het afdakje gaan staan. Woordherkomst van het Duits abdach
Muiswerk Educatief (2017)
afdak - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-dak 1. schuin dak dat maar aan één kant aan een muur vast zit ♢ onze auto staat altijd onder een afdak als beschutting tegen de regen Zelfstandig naamwoord: af-dak het afda...
Veerman (1954)
Een lang aflopend dak tegen een gebouw aangebracht, waaronder bergplaats voor wagens, werktuigen en gereedschappen, karschop genaamd. Soms wordt het a. door muren afgesloten en dan vaak gebruikt voor varkenshokken.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), gewoonlijk afhellend dak tegen een muur of gebouw aangebracht boven een open ruimte om die tegen de regen te beschutten; — (wapenk.) figuur, inz. in Poolse wapens.
Jozef Verschueren (1930)
('av) o. (-en; -je) v. afhellend dak tegen een muur of gebouw: een schuilplaats vinden onder een -.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: