Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Werumeus buning (johan willem frederik)

betekenis & definitie

Ned. letterkundige, * 4.5.1891 Velp, ✝ 16.11.1958 Amsterdam; zoon van A.Werumeus Buning. Werumeus Buning volgde een notarisopleiding, maar kwam in de journalistiek terecht en schreef kritieken en boeken over kookkunst, danskunst en toneel.

Zijn populariteit als dichter dankte hij aan zijn balladen, waarvan Maria Lécina (1932) het bekendst werd. Na de Tweede Wereldoorlog was hij medewerker van Elseviers Weekblad. Hij verzorgde een groot aantal vertalingen van o.m. Cervantes, Melville, Roth en Shakespeare. Werken: poëzie: In memoriam (1921), Enkele gedichten (1924), Dood en leven (1926), Arabeske (1926), Hemel en aarde (1927), Afscheid (1929), Et in terra (1933), Negen balladen (1935), Voor twee stuivers anjelieren (1936), Dagelijksch brood (1940), Verboden verzen (1947), Jacob en de engel (1951); proza: Het gebroken hart (1951); kookboeken: 100 avonturen met de pollepel (1939), Nieuwe avonturen met de pollepel (1940), Kookatlas (1958). Uitgave: Verzamelde gedichten (1941; herdr. 1970).

Litt. P. Hijmans, J.W.F. Werumeus Buning (1969).

< >