Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Weerstand

betekenis & definitie

m. (-en),

1. verzet, tegenstand: bieden; (van zaken) het niet-wijken, zich niet laten doorboren: hun kogelvrij vest bood weerstand;
2. al wat een beweging, een kracht tegenwerkt, belemmert of opheft; (natuurkunde) (elektrische) weerstand, symbool R, het quotiënt tussen de aangelegde spanning over het desbetreffende stuk materie en de resulterende elektrische stroom; negatieve weerstand, het verschijnsel dat bij toeneming van de elektrische stroom in een geleider de spanning tussen de uiteinden afneemt, zoals in een boogontlading;
3. toestel (schakelelement) waarmee men de spanning op een verbruikstoestel kan verlagen; component voor elektronische schakeling;
4. (psychoanalyse) dat wat een werking belemmert, m.n. met betrekking tot psychische verschijnselen;
5. (België) het verzet tegen de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog

GESCHIEDENIS

In het eerste jaar na de capitulatie was de betekenis van de Belg. weerstand klein. Zij beperkte zich tot humanitaire acties ten behoeve van ontsnapte krijgsgevangenen en neergeschoten geallieerde piloten. Daarnaast werden door communisten en veteranen uit de Spaanse Burgeroorlog sabotagegroepen gevormd, waaruit na de Duitse aanval op de USSR het onder communistische leiding staande Belg. Leger der Partizanen ontstond. Vanaf 1941 nam het aantal verzetsgroepen sterk toe, onder invloed van de voedsel-en steenkool tekorten in de winter van 1940-41 en gestimuleerd door de ondergrondse pers.

De belangrijkste verzetsorganisatie werd het Onafhankelijkheidsfront, dat over een eigen orgaan, Front, en eigen gewapende eenheden, de Patriottische Milities, beschikte. Het Onafhankelijkheidsfront coördineerde een groot deel van de verschillende verzetsactiviteiten in België. Vanaf 1941 trachtte de Belg. regering in Londen greep te krijgen op de weerstand in bezet gebied. Eind 1942 besloot zij de militaire verzetsactiviteiten te concentreren in handen van het rechtse Geheim Leger, ressorterend onder het Ministerie van Landsverdediging. Het inlichtingenwerk, de propaganda en de verzorging van ontsnappingslijnen werden toevertrouwd aan veertien erkende burgerlijke verzetsgroepen. In de praktijk lieten evenwel deze burgerlijke verzetsgroepen hun eigen milities intact en pleegden ook zij sabotagedaden en aanslagen.

In 1943 richtte de regering in Londen de dienst Socrates op, die in België geld inzamelde ten behoeve van het verzet en van de, vooral na de afkondiging van de arbeidsinzet talrijke, onderduikers. Door sabotagedaden, guerrilla-acties en soms zeer knap inlichtingenwerk leverden de verzetsgroepen een zelfstandige bijdrage aan de bevrijding van België. Ook echter waren zij verantwoordelijk voor de vele gevallen van eigenrichting tijdens de bevrijdingsweken. Weliswaar was er in België geen sprake van een bijltjesdag als in Frankrijk, Italië en Joegoslavië, maar het aantal wraakacties op echte of vermeende collaborateurs was aanzienlijk groter dan in Nederland, Noorwegen of Denemarken. LITT. B.Garfinkels, Les Belges face à la persécution raciale (1965); H.Bernard, La résistance Belge 1940—45 (1968); H.Buch, La résistance.

L’expérience Belge (1970); B.Ducarme, Le financement de la résistance armée en Belgique 1940—44 (1970); G.K.Tanham, Contribution à l’histoire de la résistance Belge 1940—44 (1971); G.H.Luchie, La Belgique au temps de l’occupation 1940—45 (1972); J.Woif, Dans Tombre et ie silence (1977).

LUCHTVAART

Zie vliegtuigweerstand.

NATUURKUNDE

De elektrische weerstand (R) van een stuk materie is gedefinieerd als het quotiënt tussen de aangelegde elektrische spanning (U) en de resulterende elektrische stroom (I), nl. R = U/I; de Sl-eenheid van weerstand is de ohm. Voor de meeste materialen geldt de wet van Ohm die zegt dat de weerstand onafhankelijk is van de aangelegde spanning, evenredig is aan de lengte, en omgekeerd evenredig is aan de oppervlakte van de doorsnede van de geleider; de evenredigheidsfactor heet soortelijke weerstand. De term ohmse weerstand wordt speciaal bij toepassing van wisselstroom gebruikt, om dat deel van de weerstand aan te duiden, dat niet met de zelfinductie in verband staat impedantie).

In de elektronika wordt het begrip weerstand gebruikt in verband met de eigenschap van materialen dat het energie kost om een elektrische stroom door een materiaal te leiden. Deze energie wordt in warmte omgezet. De weerstand is een gevolg van de botsing van elektronen met het materiaal waarin zij bewegen en waarbij energie-overdracht plaatsvindt. Om een elektrische stroom in stand te houden, is een elektrisch veld nodig waaruit de elektronen energie opnemen. Dit elektrisch veld wordt met behulp van het spanningsverschil tussen de aansluitpunten tot stand gebracht. Opgemerkt zij dat in een aantal materialen bij temperaturen dicht bij het absolute nulpunt supergeleiding optreedt; hierbij is de energie-overdracht tussen elektronen en materiaal geblokkeerd.

Metalen zijn goede geleiders, koper wordt veel gebruikt om elektrische energie met zo weinig mogelijk verliezen te transporteren. In de elektronika wordt het begrip weerstand ook gebruikt voor componenten met een zekere (ohmse) weerstand die in schakelingen worden toegepast. De weerstanden worden b.v. van koolfilm of (dunne) metaalfilms vervaardigd. Bij veel toepassingen is de gewenste weerstandswaarde niet exact voorgeschreven zodat een keuze gemaakt kan worden uit de door de industrie gefabriceerde standaardwaarden, welke weerstandswaarden vaak met kleurcodes worden aangegeven. Uiteraard moet rekening gehouden worden met de warmte-ontwikkeling die in de weerstand bij de beoogde toepassing vrijkomt. Variabele weerstanden worden verkregen door toepassing van een sleepcontact.

Er zijn ook materialen (halfgeleiders) waarvan de weerstand vermindert wanneer er licht opvalt (fotogeleiding): zgn. fotogeleiders of lichtgevoelige weerstanden. potentiometer.

PSYCHOANALYSE

Weerstand betekent in algemene zin: het (meestal onbewuste) verzet van de patiënt tegen de analytische behandeling; meer specifiek wordt met weerstand aangeduid: de remming om verdrongen en onbewuste impulsen opnieuw of alsnog in het bewustzijn te laten komen. Hierdoor lukt het de patiënt niet, zonder voorbehoud te vertellen wat in hem opkomt. Doel van de analyse is juist het verminderen van deze weerstand, zodat verborgen conflicten doorgewerkt kunnen worden.

SCHEEPVAART

W.Froude toonde aan dat de weerstand van een zich aan het wateroppervlak bewegend lichaam in hoofdzaak bestaat uit:
1. wrijvingsweerstand en
2. vormen of restweerstand.

De vormweerstand bestaat uit de golfweerstand en de wervelweerstand. Deze doen zich niet voor als men een vlakke, dunne plaat in haar eigen vlak door het water sleept; de weerstand van de plaat is zuiver wrijvingsweerstand. Lichamen met een zekere dikte bezitten een vormweerstand. Froude zag in dat het niet mogelijk is de wrijvings-en de vormweerstand van een scheepsvorm afzonderlijk te meten, wel de totale weerstand. Hij veronderstelde dat de wrijvingsweerstand van een scheepsvorm

gelijk zou zijn aan die van een vlakke rechthoekige plaats van gelijke lengte en gelijk nat oppervlak als de scheepsvorm. Door een dergelijke plaat te maken overeenkomstig de afmetingen van een scheepsmodel zou men met die plaat de wrijvingsweerstand kunnen meten en met dat model de totale weerstand.

Het verschil is de rest-of vormweerstand van het model. De vormweerstand van het model, hoofdzakelijk bestaande uit golfweerstand, kan tot de vormweerstand van het grote schip worden herleid met behulp van Froudes modelwet, welke hij langs zuiver natuurkundige weg uit reeds door Newton gegeven beginselen had afgeleid, nl.: indien schip en model worden gesleept bij corresponderende snelheden, zijn de restweerstanden per ton waterverplaatsing gelijk. Froude had al ontdekt dat de golfsystemen van schip en model gelijkvormig zijn bij een bepaalde verhouding van de scheeps-tot de modelsnelheid. De verhouding van de snelheden bleek die van de vierkantswortel uit de lengteafmetingen van schip en model te zijn. Bijgevolg: de corresponderende snelheden van schip en model verhouden zich als de vierkantswortel uit de modelschaal. Froude, getal van.

LITT. R.F.Scheltema de Heere en A.R.Bakker, Buoyancy and the stability of ships (1970).