Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vlot

betekenis & definitie

bn. en bw. (-ter, -st),

1. drijvend: een schip vlot brengen, krijgen, van het droge afbrengen;
2. gemakkelijk van of in zijn beweging, vloeiend, m.n. in spreken of schrijven: vlot spreken; een les opzeggen, zonder haperen; een vlotte pen; passief: dat boek laat zich lezen;
3. vlug, onbelemmerd: het gaat nog niet erg vlot; een vlot antwoord; een vlotte afwikkeling; (handel) gemakkelijk en tegen goede prijs: vlot verkocht worden; een vlotte kans, een goede kans (maken);
4. (van personen) gemakkelijk in de omgang, zich gemakkelijk bewegend: een vlotte meid; een vlot hoedje, dat kwiek staat.