bijg. Jan Vermeer van Delft, Ned. schilder, *(ged. 31.10.)1632 Delft, ♰(begr. 15.12.)1675 Delft.
Vermeer was waarschijnlijk leerling van C.Fabritius, wiens invloed aantoonbaar is. In 1653 werd hij meester van het schildersgilde. Vermoedelijk bleef hij zijn gehele leven in Delft wonen. Vermeer leefde afwisselend in welvaart en armoede en was bekend met het werk van de Utrechtse caravaggisten. In zijn werk streefde hij naar een luministisch, koloristisch en geometrisch evenwicht. Zijn techniek is sober.
Kenmerkend is de grote liefde waarmee ogenschijnlijk onbelangrijke dingen zijn weergegeven. In zijn werken wist hij ruimte te scheppen door niet alleen de constructie, maar ook de verdeling van lichten schaduwwerking en het wijken van de kleuren in de perspectief op te nemen. Zijn figuren plaatste hij meestal naast terzijde aangebrachte vensters. Zijn helder koloriet en het koele licht geven een indruk van rust en evenwicht. Hij gebruikte vaak de tinten geel en blauw. Zijn Gezicht op Delft (ca. 1658), dat zich in het Mauritshuis te ’s-Gravenhage bevindt, is het enige van hem bekende landschap.
Door de prachtige lichteffecten behoort dit werk tot de hoogtepunten van de landschapschilderkunst. Vermeer was ook een voortreffelijk portretschilder. Zijn kunst valt buiten de invloedssfeer van Rembrandt. Tot zijn bekendste werken horen De liefdesbrief, Het straatje, De keukenmeid (alle ca. 1658; Rijksmuseum Amsterdam) en het Meisjeskopje (ca.1658; Mauritshuis, ’s-Gravenhage).
LITT. J.G.van Gelder, De schilderkunst van J.Vermeer (1958); cat.tent. In het licht van Vermeer, Mauritshuis, ’s-Gravenhage (1966); A.Blankert, J.Vermeer (1975); E.A.Snow, A study of Vermeer (1979).