v./m. (-en), vacuümpomp, bestaande uit een stelsel van vaste schijven met daartussen een stelsel van draaiende schijven. De schijven zijn voorzien van schuine spleten.
Voor een goede werking van de turbomoleculairpomp moet de afstand tussen de schijven zeer klein (ca. 0,1 mm) zijn en het toerental van de rotor zeer hoog (6000-30 000 toeren per min). Om warm worden van de schijven door wrijving met het gas te voorkomen, moet de druk aan de afvoerzijde lager dan 10-2 mbar zijn. Een vacuüm van 10-10 mbar is bereikbaar. De pompsnelheid kan 4000 l/s bedragen.