Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Toxoplasmose (toxoplasmosis)

betekenis & definitie

v., infectieziekte, veroorzaakt door Toxoplasma gondii, een protozo uit de groep coccidiën.

Na de geboorte verworven toxoplasmose verloopt soms onder het beeld van koorts met huiduitslag (exantheem) en longontsteking, en kan dan levenbedreigend zijn; ook kan een hersenontsteking optreden. Vaker verloopt verworven toxoplasmose als een lymfknoopontsteking met vermoeidheid en koorts en lijkt dan op de ziekte van Pfeiffer. Behandeling bestaat uit medicamenten die Toxoplasma doden. Dikwijls echter geeft een infectie met Toxoplasma nauwelijks of geen verschijnselen bij volwassenen. Aangeboren toxoplasmose is een ernstig ziektebeeld. Toxoplasma kan vanuit de moeder via de placenta in het embryo komen, en kan daar veel schade aanrichten in organen die zich nog aan het ontwikkelen zijn.

De pasgeborene kan een grote verscheidenheid van afwijkingen hebben: netvliesontsteking, klein blijven van het oog, waterhoofd, aantasting van de lever, de milt, de lymfknopen, maar het kan ook leiden tot abortus of vroeggeboorte. Bij de meeste zuigelingen met aangeboren toxoplasmose ontstaat een achterstand in geestelijke en lichamelijke ontwikkeling.

De voornaamste bronnen van besmetting voor de mens zijn (m.n. jonge) katten, en vlees dat rauw gegeten wordt. Besmetting kan voorkomen worden door het eten van rauw vlees te vermijden. Katten besmetten de mens met Toxoplasma via de faeces. Door het frequent reinigen van de kattebak en door te voorkomen dat vooral kinderen en zwangeren in aanraking komen met katte-uitwerpselen, beperkt men het besmettingsgevaar.

< >