Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Toeslede (toeslee)

betekenis & definitie

v./m. (-n, -ën), (ook: sleepkoets), koets op glijders in plaats van wielen.

De toeslede werd vanaf de 18e eeuw tot ca.1840 gebruikt, vooral in Amsterdam, maar ook wel in andere Hollandse steden; en dat niet alleen op sneeuw en ijs, maar gewoon op straat, waarbij de glijders glad werden gehouden door een vette ‘smeerlap’. De toeslede, ontstaan om een belasting op wielen te ontduiken, was veelal een huurkoets.

< >