v./m. (-ten), kastje met thermometers voor de meteorologische meting van de luchttemperatuur.
De thermometerhut dient op een open terrein te worden opgesteld, zodat de thermometers niet getroffen kunnen worden door de warmtestraling van de grond (1,50 m boven de grond) en van voorwerpen in de omgeving. De hut moet aan de noordzijde geopend kunnen worden om de instrumenten af te lezen. In de thermometerhut bevinden zich gewoonlijk een thermometer met een ‘droge’ en met een ‘natte bol’ (hygrometer), een maximum- en minimumthermometer, en vaak een thermograaf en hygrograaf.