[Eng.], m. (-s),
1. eindstation; eindpunt van een verkeers-, lucht-of scheepvaartlijn;
2. (ook: telestation, eindstation), gecombineerd in-en uitvoerapparaat, waarmee een gebruiker kan communiceren met een computer.
Meestal is een terminal via een communicatielijn (b.v. telefoonlijn) verbonden met de computer en bestaat uit een toetsenbord en een seriedrukker of een beeldscherm. Terminals zijn vooral in gebruik bij banken, luchtvaartmaatschappijen, verzekeringsmaatschappijen, verder overal waar een groot aantal punten in verbinding staan met een centraal computersysteem, waarin grote gegevensbestanden worden bijgehouden. Het aantal varianten dat men op terminalgebied op de markt tegenkomt is zeer groot en het is moeilijk om een volledig ingedeeld overzicht te geven. In grote lijnen onderscheidt men de op een typewriter of seriedrukker georiënteerde terminal waarbij de gebruiker de gegevens, die hijzelf intikt of ontvangt, op papier afgedrukt krijgt, en de beeldschermterminal waarbij deze gegevens op een soort tv-scherm verschijnen. Intussen kan een terminal zo uitgebreid zijn als de gebruiker wil. Als gevolg van de steeds verdergaande miniaturisering van elektronische componenten, waardoor het mogelijk is intelligente functies steeds goedkoper en compacter samen te bouwen zijn ook de terminals gaandeweg intelligenter geworden.
Naast de traditionele terminal heeft zich een nieuwe klasse ontwikkeld: de intelligente of de programmeerbare terminal. Met zo’n terminal kunnen bepaalde bewerkingen zelfstandig worden gedaan (dus zonder de centrale computer te belasten), zoals het verwerken van tekst en het uitvoeren van rekenprogramma’s. Eigenlijk zijn programmeerbare terminals computertjes op zichzelf en fungeren alleen als terminal voorzover er communicatie met de centrale computer plaatsvindt.
Tenslotte is er nog het zgn. remote-station voor het op afstand in-en uitvoeren van grote gegevensbestanden (batch-verwerking). Zo’n station bestaat dan op zijn minst uit een snel invoerapparaat b.v. een ponskaartlezer en een snel uitvoerapparaat, meestal een regeldrukker.