Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Telefoontoestel

betekenis & definitie

o. (-len), (ook: telefoon), toestel ten behoeve van telefonie, nl. dat waarmee geluid, m.n. de menselijke stem, wordt omgezet in elektrische trillingen, en omgekeerd.

Het telefoontoestel bevat vier hoofdonderdelen, nl. microfoon, telefoon, kiesmechanisme en bel. Microfoon en telefoon zijn opgenomen in de hoorn. De microfoon is het onderdeel dat de (akoestische) trillingen van de spraak opvangt en omzet in overeenkomstige veranderingen in een elektrische stroom (ook wel elektrische trillingen genoemd). Zij worden naar de telefooncentrale gezonden en vervolgens naar het telefoontoestel aan de andere kant van de verbinding. In dat toestel zet de telefoon de ontvangen elektrische trillingen weer om in akoestische trillingen. De elektrische stroom werd vroeger geleverd door een spanningsbron in of bij het toestel (lokaal batterijsysteem).

Voor het oproepen van de telefoniste in de centrale, die de verbindingen tot stand moet brengen, bevatte het toestel toen een inductor (handgenerator). Later werd, o.a. om economische redenen, overgegaan op het centraal batterijsysteem, waarbij de stroom vanuit de accu in de telefooncentrale werd geleverd. De inductor werd hierdoor overbodig, omdat door het opnemen van de hoorn de stroomkring in het toestel wordt afgesloten, waardoor de oproep in de centrale wordt ontdekt.

Het automatisch kiezen werd mogelijk na toevoeging van het kiesmechanisme. De eerst hiervoor gebruikte kiesschijf wordt vervangen door het druktoets kiezen. De bel waarschuwt de abonnee voor een gesprek. De telefooncentrale zendt daartoe een wisselstroom naar het toestel. Door het opnemen van de hoorn, wordt een stroomkring gesloten die de wisselstroom in de centrale doet stoppen. Er zijn nog diverse toestellen voor bijzondere doeleinden: hiertoe behoren de luidsprekende telefoon, munttelefoontoestel zoals toegepast in openbare spreekcellen en bij particulieren, de telefoon voor slechthorenden, waarbij het ontvangen geluid versterkt kan worden, de bijzondere toestellen die in de huistelefonie worden toegepast en verder de scribofoon en de teksttelefoon, zie serietoestel.