m., Gaümannomyces graminis, een schimmel die de wortel in de halmbasis van tarweplanten aantast.
Bij ernstige aantasting door de tarwehalmdoder gaat de plant in een jong stadium dood. Wanneer er nog wel aren gevormd worden, heeft een onvoldoende korrelvulling plaats; dergelijke aren vergelen vroegtijdig en vormen dan een lichte plek in het gewas. De schimmel kan slechts een beperkte tijd in dode resten van de waardplant in leven blijven, zodat vruchtwisseling de aangewezen bestrijdingsmethode is.