Lucius Cornélius, Romeins staatsman en legeraanvoerder, *138 v.C., ♱78 v.C. Sulla speelde als quaestor in 105 een belangrijke rol in de gevangenneming van Iugurtha, streed vervolgens onder Lutatius Catulus tegen de Kimbren en Teutonen en werd wegens zijn in de Bondgenotenoorlog verworven reputatie in 88 tot consul gekozen.
Met het voeren van de oorlog tegen Mithridates VI van Pontus (88—84) kwam Sulla in conflict met de volkstribuun Sulpicius Rufus, die hem dit commando bij volksbesluit ontnam en het aan Marius gaf. Sulla verliet Rome en mobiliseerde zijn troepen om de stad te bezetten en het volksbesluit ongedaan te maken. Marius en Sulpicius werden tot staatsvijanden verklaard, waarna Sulla begin 87 naar het krijgstoneel vertrok. Daar moest hij zware strijd leveren tegen Archelaos om het bezit van Athene en de Piraeus. Inmiddels was door toedoen van de consul Cinna Marius weer in Rome teruggekeerd en werden vele aanhangers van Sulla vermoord. Na zijn overwinningen bij Orchomenos en Chaironeia kwam Sulla met Mithridates in 86 tot een vergelijk (Vrede van Dardanos) en legde de prov.
Asia een zware schatting op. In 83 landde hij in Italië en wist hij na hevige tegenstand van Marius’ troepen de macht in Rome te herwinnen. Een proscriptie ruimde veel tegenstanders uit de weg. Sulla liet zich tot dictator benoemen en nam de bijnaam Félix (de boffer) aan. Hij wijzigde de staatsregeling in aristocratische geest, zodat de macht van de Senaat tegenover die van de volkstribunen werd versterkt. Ook op het gebied van het strafrecht kwamen er vele veranderingen.
In 79 legde Sulla vrijwillig de dictatuur neer; kort daarna stierf hij op zijn landgoed in Campanië en werd hij op het Mansveld te Rome gecremeerd. Ploutarchos schreef een biografie over hem.