Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stekelvarkens

betekenis & definitie

o. (mv.), samenvattende ben. voor twee knaagdierenfamilies, nl. de stekelvarkens van de Oude Wereld (Hystricidae) en die van de Nieuwe Wereld of boomstekelvarkens (Erethizontidae), te zamen ca. 25 soorten omvattend.

(e) Stekelvarkens zijn grote knaagdieren, gekenmerkt door het bezit van (veelal zwart-wit getekende) stekelpennen (verharde en verdikte haren). De stekelvarkens van de Oude Wereld zijn gronddieren, die (soms zelfgegraven) holen bewonen. Van het geslacht Hystrix zijn 8 soorten bekend uit Afrika, Zuid-Europa en Zuid-Azië oostwaarts tot Java en Borneo; het haar is lang en vormt vaak manen op de rugzijde. Het gewone of Noordafrikaanse stekelvarken, H. cristata, is bekend uit Zuid-Italië en Noord-Afrika. Misschien is deze soort door de Romeinen ingevoerd en uitgezet. Lichaamslengte ca. 60 cm, stekels tot 40 cm lang; andere soorten kunnen tot 80 cm lang worden.

In Zuiden Zuidwest-Azië komt het Indische stekelvarken, H. indica voor. De bekendste soort in Afrika is het Zuidafrikaanse stekelvarken, H. africaeaustralis. Deze stekelvarkens leven van knollen, bollen, wortels en afgevallen vruchten. Bij gevaar worden de stekels opgezet, terwijl met de staartstekels een ratelend geluid voortgebracht wordt; bovendien stampt, snuift en knort het dier hierbij. Als de vijand dan nog niet wijkt, rent het stekelvarken plotseling naar achteren om gebruik te maken van de stekels die gemakkelijk los laten en lelijke wonden veroorzaken. De kwaststaartstekelvarkens (Atherurus) komen in een vijftal soorten voor in Afrika en ZuidAzië tot op Sumatra.

Bij deze dieren is de staart naar verhouding lang en eindigt in een opvallende kwast. LITT. E.Mohr, Altweltliche Stachelschweine (1965).

< >