Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

silicose

betekenis & definitie

v., een pneumoconiose (stoflong), veroorzaakt door kiezelzuur in kristallijne vorm.

(e) Silicose is een beroepsziekte en komt vooral voor bij steenhouwers (tunnelbouw, mijnbouw), bij zandstralers, bij zandsteenslijpers, en bij arbeiders die schuurpoeder vervaardigen. Bij mijnwerkers komt silicose niet voor bij hen die uitsluitend ‘in de kool’ werken (bij dezen ontwikkelt zich antracose), maar wel bij hen die veel ‘in de steen’ hebben gewerkt. Vaak is er een mengvorm (antraco-silicose). Andere gemengde vormen van silicose komen voor in keramieken porseleinfabrieken, en bij leisteenen kleibewerkingen. De silicose ontstaat pas na vele jaren en openbaart zich door een verergerende kortademigheid, hoesten en opgeven van veel sputum. Er is altijd een begeleidende bronchitis, vaak ook longemfyseem.

Op de röntgenfoto van de longen geeft silicose een typisch beeld. Longfunctieproeven tonen ventilatiestoornissen aan, later obstructieve veranderingen ten gevolge van de bronchitis. Het verloop van de ziekte is progressief, ook na staking van de blootstelling aan stof. De verminderde longfunctie en de sterk bemoeilijkte longventilatie leiden tot overbelasting van het rechterhart (→-cor pulmonale). De behandeling van silicose is zuiver symptomatisch. Preventieve maatregelen (arbeidsomstandigheden) zijn hier veel belangrijken in Nederland geregeld door de Silicosewet, in België via de wet van 24.12.1963 op de beroepsziekten.

< >